Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 18 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2741

Bij de beoordeling of een stuitingsmededeling aan de in artikel 3:317 lid 1 BW gestelde eisen voldoet, moet niet alleen gelet worden op de formulering daarvan, maar ook op de context waarin de mededeling wordt gedaan en op de overige omstandigheden van het geval. Bij deze beoordeling kan onder omstandigheden mede betekenis toekomen aan de verdere correspondentie tussen partijen.  (meer…)

HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2191 (Eiser/ABN AMRO)

De bijzondere zorgplicht bij beleggingsadviesrelaties met particuliere beleggers kan meebrengen dat de bank de cliënt behoort te waarschuwen voor de risico’s die zijn verbonden aan voortzetting van een bepaald beleggingsbeleid en dat zij verplicht is zich ervan te vergewissen dat de cliënt zich daadwerkelijk van die risico’s bewust is. (meer…)

HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1873 (Achmea/Menzis)

Gelet op art. 7:962 lid 1 BW moet uitgangspunt zijn dat de billijkheidscorrectie van art. 6:101 lid 1 BW doorwerkt in de (regres)verhouding tussen verzekeraars op gelijke wijze als deze zou gelden in de verhouding tussen de verzekerden. Dat geldt ook indien de billijkheidscorrectie verband houdt met subjectieve omstandigheden aan de zijde van de verzekerde. (meer…)

HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1836

Voor aansprakelijkheid van de eigenaar van een scheepswrak  (of enig ander voorwerp dat terecht komt op de bodem van een vaarwater) jegens de beheerder wegens het niet voldoen aan de op hem rustende verwijderingsplicht (vgl. het arrest Staat/KMT) is in beginsel vereist dat de gevaren aan het niet-verwijderen zo groot zijn dat zij de beheerder redelijkerwijs tot verwijdering noopten. Ook indien verwijdering van het voorwerp niet nodig is of blijkt te zijn, maar het voorwerp (mogelijk) wel een zodanig gevaar voor de scheepvaart vormt dat in verband daarmee redelijkerwijs maatregelen noodzakelijk zijn, bestaat grond voor die aansprakelijkheid. Aan deze aansprakelijkheid staat niet in de weg dat de eigenaar van het voorwerp niet bevoegd is om zelf die maatregelen te treffen. (meer…)

HR 26 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1750 (Windpark Zeeland I/Delta Netwerkbedrijf)

De beslissing van de toezichthouder in een geschilprocedure in het kader van de Elektriciteitswet 1998 is bindend voor de netbeheerder en strekt tot uitgangspunt in een civiele procedure tussen die netbeheerder en de klager in de geschilprocedure. Gelet op de strekking van de Elektriciteitswet (te weten: rechtsbescherming voor afnemers) komt een onjuiste uitleg van de E-wet, resulterend in een onjuist factuurbedrag voor de aansluitkosten, voor rekening van de netbeheerder. (meer…)

HR 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1683 (Eiser/Gemeente Zoeterwoude)

Nu de gemeente had toegezegd een bepaalde bestemming in het bestemmingsplan op te nemen en zij dit niet heeft gedaan, is daarmee sprake van onrechtmatig handelen van de gemeente. De formele rechtskracht van het betreffende bestemmingsplan neemt de onrechtmatigheid van het niet nakomen van die toezegging niet weg. De schade bestaat in een gemiste kans op verwezenlijking van de bouwplannen van eiser. Er is sprake van een causaal verband tussen de onrechtmatigheid en de schade, die zo nodig bij wijze van schatting moet worden vastgesteld. (meer…)

Cassatieblog.nl