Selecteer een pagina

Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 6 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:522 (Curatoren ZHG/Verweerster)

Het hof heeft niet vastgesteld dat verweerster heeft bewezen dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan haar te wijten is geweest en dat zij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van de onbehoorlijke taakvervulling af te wenden. ’s Hofs oordeel dat verweerster zich kan disculperen ex art. 2:248 lid 3 BW, geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting. (meer…)

HR 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:499 (ING/Verweerders)

Bij het oordeel of een (indirect) bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt ter zake van na een faillissementsaanvraag verstrekte betalingsopdrachten, kan de onbekendheid van de (indirect) bestuurder met de terugwerkende kracht van het faillissement van belang zijn.  (meer…)

HR 6 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:246

Als een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast voor aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. (meer…)

HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:178 (Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij/Stichting Loterijverlies.nl)

(1) Voor misleiding (art. 6:194 BW (oud)) is noodzakelijk en voldoende dat de onjuiste of onvolledige informatie de maatman misleidt of kan misleiden en door haar misleidende karakter zijn economische gedrag kan beïnvloeden. Het hof heeft op toereikende gronden geoordeeld dat het verschil tussen gepresenteerde winkansen en de werkelijke winkansen van voldoende materieel belang was om de beslissing van de gemiddelde consument te beïnvloeden. (2) Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat het minimumuitkeringspercentage van art. 8 lid 2 Wet op de Kansspelen niet ziet op iedere trekking afzonderlijk, maar ziet op een gemiddeld uitkeringspercentage over een langere periode (van een jaar). (meer…)

HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:83 (TVM Verzekeringen / verweerder)

De vraag of de polisvoorwaarde waarin voorwaardelijk opzet van dekking is uitgesloten meebrengt dat schade veroorzaakt door een bestuurder die rijdt onder invloed van alcohol van dekking is uitgesloten, moet worden beantwoord aan de hand van het DSM/Fox-arrest. Voor de consument-verzekerde moet bovendien duidelijk en begrijpelijk zijn geweest dat die omstandigheid tot dekkingsuitsluiting leidt. HR 13 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU3715 volstaat niet voor het oordeel dat de verzekerde niet hoefde te begrijpen dat rijden onder invloed niet tot dekkingsuitsluiting onder de opzetclausule leidt. (meer…)

HR 9 januari 2014, ECLI:NL:HR:2015:37 (Gemeente Haarlem/Verweerster)

De regeling van art. 75 Wet bodembescherming (Wbb) laat onverlet dat een overheidslichaam op de grondslag van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) vergoeding kan vorderen van schade die het in de hoedanigheid van grondeigenaar lijdt wegens kosten van onderzoek en sanering. (meer…)

Cassatieblog.nl