Dossier: Europees recht


HR 3 mei 2013, LJN BZ2864, BZ3865, BZ2867, BZ2868

De Hoge Raad doet uitspraak in vier van de eerder aangehouden zaken over compensatie van reizigers bij vertraagde vluchten. De klacht dat de kantonrechter prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU had moeten stellen strandt op gebrek aan belang, nu het HvJ EU inmiddels uitspraak heeft gedaan in andere zaken, waarin wel prejudiciële vragen waren gesteld. In drie van de vier zaken volgt desalniettemin vernietiging omdat essentiële stellingen onbesproken zijn gelaten, resp. de kantonrechter ongemotiveerd voorbijging aan een verzoek om pleidooi. (meer…)

HR 26 april 2013, LJN BY6102 (Commerzbank/Havenbedrijf Rotterdam)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU over het voor de toepasselijkheid van de staatssteunregels geldende toerekeningsvereiste. Staat aan toerekening aan de overheid van een door een openbaar bedrijf genomen steunmaatregel in de weg dat de publieke autoriteiten van het treffen van de bewuste maatregel niet op de hoogte waren en met de maatregel ook niet zouden hebben ingestemd? (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY1533 (Hauck/Stokke)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over de uitleg van de bepaling dat merken niet uitsluitend mogen bestaan uit een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald of die een wezenlijke waarde aan de waar geeft. (meer…)

HR 26 april 2013, LJN BY0539 (Residex/Gemeente Rotterdam)

Art. 88 lid 3 EG strekt niet zonder meer ertoe de geldigheid van een daarmee strijdige garantieverstrekking aan te tasten (vgl. art. 3:40 lid 3 BW), doch slechts indien, bij gebreke van minder dwingende procedurele maatregelen, nietigverklaring ertoe kan leiden of ertoe kan bijdragen dat de mededingingssituatie van vóór de garantieverstrekking wordt hersteld. (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY1532 (Stokke/Fikszo)

1. Bij de vergelijking van de totaalindrukken tussen twee werken van toegepaste kunst zijn de auteursrechtelijk beschermde trekken of elementen van het beweerdelijk bewerkte of nagebootste werk bepalend. Onbeschermde elementen kunnen hierbij (slechts) meewegen voor zover de combinatie van al deze elementen in het beweerdelijk nagebootste werk aan de “werktoets” beantwoordt. 2. Het is mogelijk dat een bewerking van een werk daarvan noch een verveelvoudiging vormt, noch een bewerking die een nieuw, oorspronkelijk werk is. (meer…)

HR 5 april 2013, LJN BZ1780 (Albron Nederland/FNV Bondgenoten c.s.)

Uit de wetsgeschiedenis van art. 7:663 BW volgt dat de wetgever beoogd heeft Richtlijn 2001/23/EG getrouw om te zetten. De (van de richtlijn afwijkende) bewoordingen van art. 7:663 BW zijn daarom niet doorslaggevend. Het hof heeft zich terecht niet van een richtlijnconforme interpretatie laten weerhouden door, in lijn met het antwoord van het Hof van Justitie op de door het hof gestelde prejudiciële vraag (zie het Albron-arrest), te oordelen dat het feit dat de cateringmedewerker ten tijde van de overgang van de onderneming waarvoor hij feitelijk werkzaam was, niet bij deze onderneming in dienst was, maar bij een zustermaatschappij, niet in de weg staat aan de toepasselijkheid van art. 7:663 BW. (meer…)

Cassatieblog.nl