Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: staatssteun


HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2007

Een stichting met als doel het controleren van de naleving van het staatssteunverbod, die ter behartiging van het algemeen belang een verklaring voor recht vordert dat dit verbod in een concreet geval is geschonden, is niet een justitiabele wiens situatie door de vermeende steun concreet dreigt te worden beïnvloed. Zij kan zich daarom niet beroepen op het uitvoeringsverbod van art. 108 lid 3 VWEU. (meer…)

HR 27 mei 2016, ECLI:NL:HR:2016:994 (Commerz Nederland N.V. / Havenbedrijf Rotterdam N.V.)

Voor beantwoording van de vraag of een garantieverlening door een openbaar bedrijf aan de overheid kan worden toegerekend is bepalend of uit het gehele samenstel van aanwijzingen kan worden afgeleid dat de overheid in het concrete geval wel of niet bij het verlenen van de garanties betrokken was. Voor die betrokkenheid is in elk geval niet voldoende dat een door de overheid gecontroleerd openbaar bedrijf die garanties heeft verleend. (meer…)

HR 26 april 2013, LJN BY6102 (Commerzbank/Havenbedrijf Rotterdam)

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJEU over het voor de toepasselijkheid van de staatssteunregels geldende toerekeningsvereiste. Staat aan toerekening aan de overheid van een door een openbaar bedrijf genomen steunmaatregel in de weg dat de publieke autoriteiten van het treffen van de bewuste maatregel niet op de hoogte waren en met de maatregel ook niet zouden hebben ingestemd? (meer…)

HR 26 april 2013, LJN BY0539 (Residex/Gemeente Rotterdam)

Art. 88 lid 3 EG strekt niet zonder meer ertoe de geldigheid van een daarmee strijdige garantieverstrekking aan te tasten (vgl. art. 3:40 lid 3 BW), doch slechts indien, bij gebreke van minder dwingende procedurele maatregelen, nietigverklaring ertoe kan leiden of ertoe kan bijdragen dat de mededingingssituatie van vóór de garantieverstrekking wordt hersteld. (meer…)

HR 18 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY0543 (P1/Gemeente Maastricht c.s.)

(1) Ook als een concessieovereenkomst voor diensten niet in het openbaar behoeft te worden aanbesteed, moeten de fundamentele regels van het EG-Verdrag en de daaruit voortvloeiende transparantieverplichting in acht worden genomen. Daarvoor is echter wel een grensoverschrijdend belang vereist. (2) Of bij een overeenkomst een voordeel is verstrekt dat niet langs normale commerciële weg zou zijn verkregen (zodat sprake kan zijn van verboden staatssteun), wordt bepaald door de ten tijde van het aangaan van de overeenkomst kenbare marktsituatie en voorzienbare marktontwikkelingen. (3) Art. 108 VWEU verzet zich niet tegen het uitspreken van partiële nietigheid (in plaats van algehele nietigheid) van een rechtshandeling waarin verboden staatssteun besloten ligt. (meer…)

Cassatieblog.nl