Dossier: Goederenrecht


7 december 2018 ECLI:NL:HR:2018:2257

De omstandigheid dat een afnamebeding in het concrete geval geen of slechts een gering profijt voor de derde-eigenaar oplevert, kan meebrengen dat de Ontvanger zich jegens de derde-eigenaar in redelijkheid niet op de afnamebedingregel kan beroepen en dat hij daarom de reële eigendom van die derde dient te ontzien. (meer…)

HR 6 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1907

Een eigenaar mag medewerking vorderen van de eigenaar van een aangrenzend erf aan het voor gezamenlijke rekening oprichten van een ondoorzichtige scheidsmuur van minstens twee meter hoog, tenzij plaatselijk andere regels gelden over de wijze of hoogte van de afscheiding. In dit geval was er al een coniferenhaag als erfafscheiding, die daaraan niet voldeed. De eigenaar mocht daarom medewerking van zijn buren verlangen aan een erfafscheiding die wel aan de eisen voldoet. Uitzonderingen op die regel (zoals misbruik van recht of rechtsverwerking) zijn denkbaar, maar deden zich in dit geval niet voor. (meer…)

HR 22 februari 2019 ECLI:NL:HR:2019:268

Combinatie van stil én openbaar pandrecht in één pandakte is mogelijk. Akte zal dan in eerste instantie dienen tot vestiging van een stil pandrecht. Diezelfde akte kan in beginsel tevens dienen tot vestiging van een openbaar pandrecht waarop het stille pandrecht geen betrekking kan hebben in verband met de beperking van de slotpassage van art. 3:239 lid 1 BW. Precieze reikwijdte van het aldus gevestigde pandrecht dient door uitleg van de pandakte te worden vastgesteld. (meer…)

HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2373

De eigenaar van het heersende erf kan een redelijk belang hebben bij de uitoefening van een erfdienstbaarheid van weg als hij daardoor een kortere afstand tot zijn perceel behoeft af te leggen dan hij anders zou moeten afleggen. Dat geldt ook als de omweg die hij zonder de erfdienstbaarheid zou moeten maken, kort is en in korte tijd kan worden afgelegd. (meer…)

Cassatieblog.nl