Selecteer een pagina

Dossier: Overheidsrecht


HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1103 (Rederij Volendam-Marken Express B.V. / Gemeente Waterland)

Het staat niet ter vrije bepaling van partijen of de belastingrechter of de burgerlijke rechter van een geschil kennis zal nemen. Alleen de belastingrechter is bevoegd om over de juistheid van opgelegde aanslagen te oordelen. De belastingrechter kan in dat kader mede nagaan of een daaraan ten grondslag liggende overeenkomst rechtsgeldig is op grond van het burgerlijk recht. In die toetsing kan de belastingrechter ook art. 3:40 BW betrekken. Er bestaat dan ook geen grond voor aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter. (meer…)

HR 23 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1146

De termijn van verjaring van de executie van een straf (art. 76 Sr) is verbonden met verjaring van het recht om tot strafvervolging over te gaan art. 70 Sr). De overgangsbepaling uit 1989 bij een wijziging van art. 70 Sr is echter niet van invloed  op termijn van art. 76 Sr. (meer…)

HR 7 juli 2017 ECLI:NL:HR:2017:1264

De Belastingdienst vordert informatie van bewindvoerders/erfgenamen over rekeningen van hun onder bewind gestelde moeder/hun overleden vader bij de KB-Luxbank. De dagvaarding in kort geding kan worden aangemerkt als een verzoek tot informatieverstrekking aan de zonen in hun in art. 43  en 44 AWR bedoelde hoedanigheden. Het hof is buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden met een te ruime omschrijving van de informatieplicht in het dictum. (meer…)

HR 9 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1046

De in art. 47 AWR opgenomen verplichting voor alle belastingplichtigen tot het – desgevraagd – verstrekken van gegeven en inlichtingen aan de Belastingdienst, welke verplichting niet aan een termijn is gebonden, moet worden onderscheiden van de in art. 52 lid 4 AWR opgenomen verplichting voor administratieplichtigen om hun administratie gedurende zeven jaar te bewaren. In geval van een informatieverzoek kan de belastingplichtige in het algemeen niet aan dat verzoek voorbij gaan door te stellen dat de in art. 52 lid 4 AWR opgenomen bewaartermijn van zeven jaar is verstreken. (meer…)

HR 2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:987 (X/Staat)

(1) Van onrechtmatig handelen wegens onvoldoende toezicht door de Arbeidsinspectie kan sprake zijn als er voldoende ernstige en concrete aanwijzingen voor de Arbeidsinspectie bestonden om (de mogelijkheid van) overtreding van de betrokken regel en het daaruit voortvloeiende risico op schade aan te nemen, en dat risico en die schade ook naar aard en omvang voldoende ernstig waren. In gevallen waarin geen concrete aanwijzingen bestaan voor mogelijke overtredingen, kan het niet plaatsvinden van toezicht of controle slechts in uitzonderlijke omstandigheden tot aansprakelijkheid leiden. (2) Bij een vordering wegens toezichtsfalen gelden de gewone regels van stelplicht en bewijslast. Er is geen grond om als algemene regel op de toezichthouder een verzwaarde motiveringslast te leggen ter zake van het door hem uitgevoerde toezicht. (meer…)

HR 17 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:462

Het bevel tot aftrek van voorarrest (art. 27 lid 1 Sr) ziet ook op de gevangenisstraf ten aanzien waarvan de rechter met toepassing van art. 14a Sr heeft bepaald dat die straf of een gedeelte daarvan onder voorwaarden niet zal worden tenuitvoergelegd. Indien de duur van het voorarrest langer is dan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de straf en de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke deel wordt bevolen, dient het voorarrest op dat voorwaardelijk deel in mindering te worden gebracht. (meer…)

Cassatieblog.nl