Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU3922 (X/Cyrte Investments cs.)

In deze zaak gaat het om de reikwijdte van het recht op contra-enquête in een voorlopig getuigenverhoor (art. 186 Rv) dat wordt gehouden terwijl de bodemzaak al aanhangig is (art. 186 lid 2 Rv). Had de rechter-commissaris de bevoegdheid om vier van de zeven aangedragen contra-getuigen te weigeren? Het antwoord van de Hoge Raad luidt ontkennend: de rechter-commissaris mag (contra-)getuigen slechts weigeren indien de goede procesorde in het geding is. De contra-enquête, waarin een partij de mogelijkheid krijgt tegenbewijs aan te brengen, strekt zich ook uit tot het ontzenuwen van reeds in het voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaringen. De Hoge Raad bevestigt bovendien dat deze beslissing van de rechter-commissaris een beschikking is, waartegen hoger beroep openstaat. (meer…)

HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7494 (X c.s./Eurohave)

De omvang van de rechtsstrijd in appel wordt niet alleen bepaald door de appeldagvaarding, maar mede door de daarna aangevoerde grieven. De appellant mag dus in beginsel bij memorie van grieven nog grieven richten tegen (onderdelen van) een uitspraak waarvan in de appeldagvaarding geen vernietiging is gevorderd. Art. 130 Rv, dat ziet op een vermeerdering van de oorspronkelijke eis, is in dat geval niet van toepassing. (meer…)

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2708 (Furtrans/Augusta)

Het Brussels Beslagverdrag 1952 (Trb. 1981, 165) geeft eenvormige regels voor conservatoir beslag op zeeschepen voor zeerechtelijke vorderingen. Het beslag kan worden gelegd op het schip waarop de vordering betrekking heeft. Daarnaast kan beslag worden gelegd op andere schepen van de debiteur (“zusterschepen”), ongeacht of hij het gezag of de feitelijke macht over het schip heeft waarop de vordering betrekking heeft en uit dien hoofde aansprakelijk is. Het beslag dient uitsluitend ter verzekering van de zeerechtelijke vordering en kan daarom slechts doel treffen als het op de vordering toepasselijke recht verhaal op of afgifte van het schip mogelijk maakt. (meer…)

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2045

Ook voor verweren die door de geïntimeerde worden aangevoerd tegen de vordering van de oorspronkelijke eiser, geldt dat uitbreiding daarvan dient plaats te vinden in de eerste conclusie in hoger beroep. (meer…)

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7594 (X/Christelijk Gereformeerde Kerk te Zeewolde c.s.)

In een parallelzaak is onherroepelijk beslist over dezelfde rechtsbetrekking als die in dit arrest is beoordeeld. De beslissing in de parallelzaak heeft daarom ingevolge art. 236 lid 1 Rv tussen partijen bindende kracht. Daarom heeft eiser tot cassatie geen belang meer bij de beoordeling van het in de onderhavige zaak aangevoerde middel. (meer…)

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5211

De benadeelde hoeft slechts feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan worden afgeleid dat schade is geleden. Nu de benadeelde in dit geval aan deze stelplicht heeft voldaan, had het hof hetzij de zaak moeten verwijzen naar de rol voor uitlating van partijen over de omvang van de schade, hetzij partijen naar de schadestaat moeten verwijzen, ook zonder dat dit uitdrukkelijk was gevorderd, hetzij de omvang van de schade op de voet van artikel 6:97 BW dienen te schatten. De Hoge Raad doet de zaak zelf af. (meer…)

Cassatieblog.nl