HR 20 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6999
Een hersteluitspraak (art. 31 Rv) kan niet gebruikt worden om de datum van een rechterlijke uitspraak ‘op te schuiven’ en zo ervoor te zorgen dat de appeltermijn later gaat lopen. (meer…)
Dossier: Proces- en beslagrecht
HR 20 mei 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6999
Een hersteluitspraak (art. 31 Rv) kan niet gebruikt worden om de datum van een rechterlijke uitspraak ‘op te schuiven’ en zo ervoor te zorgen dat de appeltermijn later gaat lopen. (meer…)
HR 29 april 2011 ECLI:NL:HR:2011:BQ3006 en ECLI:NL:HR:2011:BQ2933)
In twee arresten van 29 april 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ3006 en ECLI:NL:HR:2011:BQ2933) heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over enkele vragen in verband met de Wet griffierechten in burgerlijke zaken (WGBZ): hoe moet de vierwekentermijn voor betaling van het griffierecht (art. 3 lid 3 WGBZ) worden berekend, en wat zijn de gevolgen wanneer in de cassatiedagvaarding niet de gevolgen zijn vermeld van het niet tijdig betalen van het verschuldigde griffierecht door verweerder (art. 411 lid 1 Rv)? (meer…)
CB 2011, 5 – HR 15 april 2011 , LJN ECLI:NL:2011:BP5620
Een partij is volgens de daartoe geldende wettelijke voorschriften opgeroepen op het adres dat uit de basisadministratie blijkt. Dat adres is echter – door een niet aan de partij toe te rekenen omstandigheid – onjuist, waardoor de oproeping haar niet heeft bereikt. Daardoor is de partij niet op juiste wijze opgeroepen en is het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. (meer…)
CB 2011, 4 – HR 15 april 2011, LJN ECLI:NL:2011:BO9629
Het leggen van strafvorderlijk executoriaal beslag op een voorwerp van een ander is niet mogelijk zonder voorafgaand conservatoir beslag. (meer…)
CB 2011, 2
Er is nog geen halfjaar voorbij sinds de inwerkingtreding van de Wet griffierechten in burgerlijke zaken (Wgbz) op 1 november 2010 en er staat al een concept voor een Reparatiewet op internet, waarmee “enkele wetstechnische gebreken en leemten” moeten worden verholpen. De Minister had dit tijdens de behandeling van de Wgbz toegezegd aan de Eerste Kamer, naar aanleiding van het artikel in TCR 2010-3, p. 73 van P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
CB 2011, 1 – HR 15 april 2011, LJN ECLI:NL:2011:BP4952
De Hoge Raad heeft zich uitgesproken over de vraag hoe de dagvaardingstermijnen die voor buitenlandse gedaagden in art. 115 Rv zijn genoemd, zich verhouden tot de kantoorbetekening op de voet van art. 63 Rv. (meer…)