HR 20 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:53
Tegen een beschikking met betrekking tot de kosten van budgetbeheer staat geen hoger beroep open. (meer…)
Dossier: Proces- en beslagrecht
HR 20 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:53
Tegen een beschikking met betrekking tot de kosten van budgetbeheer staat geen hoger beroep open. (meer…)
HR 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1873
HR 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1875
De eisen van een goede procesorde brengen mee dat de rechter aan wie is gebleken dat een eerder door hem gegeven bindende eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing. Deze maatstaf geldt ook als de eindbeslissing bestaat uit het verlenen van akte niet-dienen. In zo’n geval zijn dus geen bijzondere, in de zin van uitzonderlijke, omstandigheden vereist. (meer…)
HR 25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1740
(i) Uit art. 14 van het Vriendschapsverdrag tussen Colombia en Nederland volgt niet dat van een partij zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland geen zekerheidsstelling kan worden verlangd voor de proceskosten en schadevergoeding waarin hij veroordeeld zou kunnen worden.
(ii) De rechter kan bepalen welke vorm van zekerheid in elk geval voldoet aan de eisen van art. 6:51 lid 2 BW. Als de betreffende partij een andere vorm van zekerheid stelt of aanbiedt, moet de rechter onderzoeken of die vorm van zekerheid in overeenstemming is met de eisen van art. 6:51 lid 2 BW. (meer…)
HR 25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1725
Als in een (onderhandse) akte naast een schuldbekentenis – en de akte niet met de hand is geschreven of niet is voorzien van een goedschrift in de zin van art. 158 lid 1 Rv – ook een of meer andere verklaringen van diezelfde partij zijn opgenomen, heeft op grond van art. 158 lid 1 Rv alleen de schuldbekentenis vrije bewijskracht. De overige verklaringen hebben op grond van art. 157 lid 2 Rv dwingende bewijskracht tussen partijen. (meer…)
HR 16 december 2022 ECLI:NL:HR:2022:1873 (Marba / Salling)
De beslissing tot het verlenen van een akte niet-dienen heeft vaak verstrekkende gevolgen. De rechter kan worden gevraagd om van die beslissing terug te komen. Maar welke maatstaf moet de rechter bij de beoordeling van zo’n verzoek hanteren? In 2015 heeft de Hoge Raad hiervoor een strenge maatstaf geformuleerd. Daar komt de Hoge Raad nu van terug. In dit Cassatievlog bespreekt Maartje Möhring in drie minuten het arrest van de Hoge Raad.
Cassatievlog #042 is ook als podcast beschikbaar.
HR 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1447
(i) Het hof had de kosten van het deskundigenbericht niet op voet van art. 237 Rv volledig voor rekening van eiser mogen brengen zonder in te gaan op het gemotiveerde verweer dat deze kosten bovenmatig of onnodig waren.
(ii) De devolutieve werking van het hoger beroep brengt mee dat het hof in had moeten gaan op de stellingen van verweerder in eerste aanleg over een afwijkende ingangsdatum van de prijswijziging. (meer…)