Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 26 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1985

Een exhibitievordering op grond van art. 843a Rv kan ook worden verzocht bij verzoekschrift.

In deze procedure gaat het om de vraag of het hof op goede gronden heeft geoordeeld dat het verzoek van verweerster in cassatie tot inzage op de voet van art. 843a Rv op de juiste wijze is ingediend, zij rechtmatig belang heeft bij haar verzoek en er geen weigeringsgronden zijn die aan inzage in de weg staan.  (meer…)

HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1775 (Organik/Dow)

1. De maatstaf uit AIB/Novisem en Synthon/Astellas voor het aannemen van het bestaan van een rechtsbetrekking als bedoeld in art. 1019a Rv in verbinding met art. 843a Rv leent zich ook voor toepassing op een rechtsbetrekking die voortvloeit uit het onrechtmatig verkrijgen en gebruiken van bedrijfsgeheimen. Dat betekent dat ook in dat geval degene die inzage, afgifte of uittreksel van bewijsmateriaal verlangt, zodanige feiten en omstandigheden dient te stellen en met reeds voorhanden bewijsmateriaal dient te onderbouwen, dat voldoende aannemelijk is dat bedrijfsgeheimen onrechtmatig zijn verkregen en gebruikt.
2. Met ‘de hoofdzaak’ in art. 1019c lid 2 Rv is de procedure bedoeld waarin vorderingen gebaseerd op de gestelde onrechtmatige inbreuk geldend worden gemaakt, zoals een verbods- of schadeprocedure.
3. De gedetailleerde beschrijving van art. 1019b/1019d Rv is ook toelaatbaar in niet-IE-gevallen die voldoende gelijkenis vertonen met gevallen waarop de regeling van art. 1019 e.v. Rv van toepassing is, zoals bij de schending van bedrijfsgeheimen.

(meer…)

HR 7 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1434

Deze zaak houdt verband met de zogenaamde Snowden affaire. Snowden heeft, zoals bekend, verschillende documenten openbaar gemaakt waaruit bleek dat de NSA in en buiten de VS op grote schaal en ongericht (meta)data verzamelde over telefoongesprekken en andere vormen van communicatie. In Nederland heeft dit geleid tot een uitvoerig debat in de Tweede Kamer omtrent de vraag of de Nederlandse inlichtingendiensten (AIVD en MIVD) ook dergelijke van de NSA afkomstige informatie gebruikten. In dat kader was onder meer aan de orde of die informatie door de NSA (en de Engelse GCHQ) niet op onrechtmatige wijze was verkregen en of de Nederlandse diensten de van de NSA (en GCHQ) afkomstige informatie niet konden gebruiken om de in Nederlandse wetgeving voor hen opgenomen beperkingen te omzeilen. Daarover ging ook deze zaak. (meer…)

HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810

In een uitvoerig gemotiveerde beslissing naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Voorzieningenrechter te Amsterdam in een ontruimingskortgeding betreffende sociale woonruimte, heeft de Hoge Raad de heersende leer ten aanzien van de bevoegdheid tot ontbinding op de voet van art. 6:265 BW nader verduidelijkt. (meer…)

HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1811

In dit geval betrof de vordering uit hoofde van aansprakelijkheid een vordering jegens de partij die opschortte, en daarom was er sprake van samenhang in de zin van art. 6:52 BW, en niet zoals het hof had geoordeeld sprake van afgeleide schade. (meer…)

HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1777

Het hoger beroep strekt niet uitsluitend tot een beoordeling van de juistheid van de in eerste aanleg gegeven beslissing, maar, binnen de grenzen van de rechtsstrijd in appel, tot een nieuwe behandeling en beslissing van de zaak. Als het gaat om een vordering die ziet op de toekomst, dient de appelrechter als tweede feitelijke rechter steeds te beslissen met inachtneming van de normen, feiten en omstandigheden ten tijde van zijn beslissing (meer…)

Cassatieblog.nl