Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 21 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1724 

Gelet op de ingrijpende inbreuk op de lichamelijke integriteit die plaatsvindt bij een dwangbehandeling dienen de wettelijke grondslag daarvoor en de wettelijke voorschriften die de toepassing ervan met waarborgen omgeven, strikt te worden uitgelegd. In geval van ‘zorgcarrousel’ dient na iedere overplaatsing naar ander ziekenhuis opnieuw een beoordeling omtrent dwangbehandeling plaats te vinden. (meer…)

HR 14 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1673

De eis dat de werknemer bij een loonvordering een deskundigenverklaring moet overleggen (art. 7:629a BW) geldt niet in kort geding. Het is aan de kortgedingrechter overgelaten om te bepalen of een deskundigenverklaring in een concreet geval wenselijk is.   (meer…)

HR 31 augustus 2018 ECLI:NL:HR:2018:1414

Met de art. 821-826 Rv voor de scheidingsprocedure heeft de wetgever voorzien in een bijzondere, kennelijk uitputtende regeling van voorlopige voorzieningen in die procedure. Daarmee is niet goed te verenigen dat een dergelijke voorlopige voorziening ook op de voet van art. 223 Rv zou kunnen worden gevraagd. (meer…)

HR 7 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1433 (Box Consultants c.s. / Staat)

1) Voor toewijzing van een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor kan niet de eis worden gesteld dat daarbij al feitelijk en concreet is vermeld welke getuigen op welk punt gehoord moeten worden.
2) De enkele omstandigheid dat in het voorlopig getuigenverhoor dezelfde vragen aan de orde (kunnen) komen of dezelfde feiten (kunnen) worden onderzocht als in een procedure bij een andere rechter, kan geen grond zijn voor afwijzing van het verzoek. Een beperking in verband met een procedure voor een andere rechter kan echter wel gerechtvaardigd zijn ingeval aannemelijk is dat de omstandigheid dat in het voorlopig getuigenverhoor dezelfde vragen aan de orde (kunnen) komen of dezelfde feiten (kunnen) worden onderzocht als in een procedure bij een andere rechter, zal leiden tot een daadwerkelijke verstoring van het onderzoek dat plaatsvindt bij de andere rechter.    (meer…)

HR 6 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1115 (X/Gravene B.V.)

Voor een incidentele vordering tot het verbinden van de voorwaarde van zekerheidstelling aan de uitvoerbaarheid bij voorraad van een in vorige instantie gegeven beslissing gelden op overeenkomstige wijze de maatstaven voor de vordering om een beslissing die in een vorige instantie is gegeven alsnog uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.  (meer…)

HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1211

Als slechts één van twee partijen hoger beroep heeft ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank, mag het hof niet een beslissing nemen die ongunstiger is voor de appellant. Dat is niet anders wanneer de rechtbank heeft beslist dat de waarde van een aantal ondernemingen moet worden verdeeld, en in appel blijkt dat het niet mogelijk is om die waarde vast te stellen. Het hof mocht niet een andere verdeling kiezen waarbij de waarde niet hoefde te worden verrekend (en dus ook niet hoefde te worden vastgesteld), omdat niet was uitgesloten dat de nieuwe verdeling een verslechtering betekende voor appellant ten opzichte van de uitspraak van de rechtbank. (meer…)

Cassatieblog.nl