Het hof mocht niet ambtshalve oordelen over de vraag welk recht van toepassing is, ook niet na het slagen van een grief over de manier waarop de rechtbank het (volgens de rechtbank) toepasselijke recht had toegepast.
De rechter in hoger beroep kan een geschilpunt in zijn beslissing betrekken dat niet is opgenomen in de memorie van grieven, maar wel in het verlengde ligt van reeds aangevoerde grieven. Vóórdat hij op dat geschilpunt beslist, moet de rechter wel nagaan of de wederpartij zich over dat geschilpunt voldoende heeft kunnen uitlaten. Als dat niet zo is, moet de rechter daartoe alsnog gelegenheid bieden. (meer…)
Het Koninkrijk Zweden vordert de teruggave van een bijzonder boek dat is ontvreemd uit haar Koninklijke Bibliotheek. De vordering tot teruggave van het cultuurgoed is echter verjaard, op grond van art. 3:310a lid 1 (oud) BW. Daarnaast heeft het hof terecht niet ambtshalve geoordeeld over de vraag naar het op deze kwestie toepasselijke recht, omdat deze vraag niet lag binnen het door de grieven ontsloten gebied. Hidde Volberda bespreekt het arrest van de Hoge Raad in 3 minuten.
De vordering van het Koninkrijk Zweden tot teruggave van een cultuurgoed (art. 3:310a BW) is verjaard. Het hof heeft terecht niet ambtshalve geoordeeld over de vraag naar het op deze kwestie toepasselijke recht, omdat deze vraag niet lag binnen het door de grieven ontsloten gebied. (meer…)
Nu eiser in hoger beroep een beroep deed op matiging van de contractuele boete en aldus is opgekomen tegen de toewijzing van de gevorderde boete, had het hof – ondanks het ontbreken van een grief tegen het ambtshalve oordeel van de kantonrechter dat het boetebeding niet oneerlijk was in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen (Richtlijn 93/13/EEG) – ambtshalve het boetebeding (opnieuw) moeten toetsen aan de bepalingen van de Richtlijn. (meer…)