Selecteer een pagina

Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 17 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6552 (Rabobank/Kézér q.q.)

De verpanding van het creditsaldo van een rekening treft niet de nadien op die rekening ten gevolge van betalingen door derden gecrediteerde bedragen, aangezien die vorderingen niet rechtstreeks worden verkregen uit de rekening-courantverhouding tussen de bank en de pandgever. (meer…)

HR 10 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5620 (X/Universeel Autoschadeherstelbedrijf B.V.)

Bij een vordering wegens kennelijk onredelijk ontslag die erop is gebaseerd dat de werknemer als gevolg van de werkzaamheden arbeidsongeschikt is geworden, rusten stelplicht en bewijslast van het causaal verband tussen de werkzaamheden en de arbeidsongeschiktheid op de werknemer. Het hof heeft in dit geval te hoge eisen aan deze stelplicht gesteld. (meer…)

HR 10 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5603ECLI:NL:HR:2012:BU7255, ECLI:NL:HR:2012:BU7353, ECLI:NL:HR:2012:BU7359,  ECLI:NL:HR:2012:BU9900 en ECLI:NL:HR:2012:BV3556

Als de rechter constateert dat het door een procespartij verschuldigde griffierecht niet tijdig is voldaan, behoort hij niet zonder meer toepassing te geven aan de wettelijke sanctie daarop, maar eerst aan die procespartij gelegenheid te geven om zich uit te laten met betrekking tot het geconstateerde verzuim, zodat die partij een eventueel misverstand kan ophelderen of, als zij daarvoor aanleiding ziet, een beroep kan doen op de hardheidsclausule. (meer…)

HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU7245 (X/SLS)

Een bewijsaanbod tot tegenbewijs hoeft in beginsel niet te worden gespecificeerd. Dat is anders wanneer in eerste aanleg in het kader van tegenbewijs al getuigen zijn gehoord en het bewijsaanbod in hoger beroep strekt tot aanvullend tegenbewijs. In dit geval heeft eiser tot cassatie in eerste aanleg nog geen getuigen later horen. Het hof heeft daarom ten onrechte de eis gesteld dat zijn bewijsaanbod tot tegenbewijs nader zou worden toegelicht.  (meer…)

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU8513 (Weef c.s./Banque Artesia) en ECLI:NL:HR:2012:BU7254 (V./Verster q.q.)

Bij de beoordeling van een door de wederpartij gemaakt bezwaar tegen een verzoek om pleidooi, of van wat de eisen van een goede procesorde verlangen, kan van belang zijn of de procedure bij toewijzing van dat verzoek onredelijk wordt vertraagd. De rechter dient daartoe de procedure in haar geheel te bezien. In dat verband is onder meer van belang of partijen, in eerste instantie dan wel in hoger beroep, hun standpunten al mondeling hebben uiteengezet. Als de partij die pleidooi in appèl verzoekt dat noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep heeft gedaan, moet het pleidooiverzoek in beginsel zonder meer worden toegewezen en dient de motivering van een afwijzing van het verzoek aan nog hogere eisen te voldoen dan zonder deze bijzonderheid het geval zou zijn. (meer…)

Cassatieblog.nl