Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 27 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2020 (Atrecht Holding/Rabobank Noord Oost Veluwe)

De heffing van griffierechten is weliswaar te beschouwen als een beperking van het recht op toegang tot de rechter, maar die beperking is niet onverenigbaar met art. 6 EVRM zolang het recht op toegang tot de rechter niet in zijn kern wordt aangetast. In dit geval is niet gebleken dat verzoekster tot cassatie (die door rechtbank en hof failliet is verklaard) niet in staat is het verschuldigde griffierecht te voldoen. (meer…)

HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3100

Een akte van levering levert geen dwingende bewijskracht op tegen een in die akte genoemde derde-begunstigde en dus ook niet tussen twee in de akte genoemde derde-begunstigden onderling. De inhoud en strekking van art. 157 Rv en de eisen van het rechtsverkeer brengen mee dat een akte slechts dwingend bewijs oplevert ten behoeve van de wederpartij en haar rechtsverkrijgenden, dat wil zeggen degene die in de akte als zodanig is aangewezen of degene te wiens behoeve de ondertekenaar van de akte zich blijkens de tekst daarvan heeft verbonden. (meer…)

HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT7496

Een onderaannemer dient in beginsel binnen zekere grenzen rekening te houden met de belangen van de (uiteindelijke) opdrachtgever. Een wanprestatie van de onderaannemer jegens de hoofdaannemer levert echter op zichzelf nog geen onrechtmatige daad jegens de opdrachtgever op. Of daarvan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval (vergelijk de omstandighedencatalogus in het Vleesmeesters/Alog-arrest). Het is voorts niet mogelijk een (mogelijke) waarborg voor het eerst in hoger beroep in vrijwaring te betrekken. Het hof heeft dus ten onrechte de – door de rechtbank afgewezen – vordering tot oproeping in vrijwaring alsnog toegewezen. (meer…)

HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9210

Ziekte op de administratie van het advocatenkantoor maakt te late betaling van griffierechten niet verschoonbaar. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de advocaat maatregelen te treffen waardoor wordt zorggedragen voor de (tijdige) voldoening van verschuldigde griffierechten. (meer…)

HR 13 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU1987 (X c.s. / Buitencentrum Hessenheem)

De statutaire bepaling waarop de kantonrechter zijn oordeel gebaseerd heeft, heeft onmiskenbaar geen betrekking op de mogelijkheid tot binding van de leden aan overeenkomsten die de belangenvereniging te hunnen behoeve aangaat, maar slechts op de vertegenwoordiging van de vereniging door haar bestuur. Het op die bepaling gebaseerde oordeel dat de individuele leden gebonden zijn aan de door de vereniging gesloten overeenkomst is daarom onbegrijpelijk. Art. 80 RO staat niet in de weg aan beoordeling van het cassatieberoep tegen het kantonrechtersvonnis. (meer…)

HR 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU3922 (X/Cyrte Investments cs.)

In deze zaak gaat het om de reikwijdte van het recht op contra-enquête in een voorlopig getuigenverhoor (art. 186 Rv) dat wordt gehouden terwijl de bodemzaak al aanhangig is (art. 186 lid 2 Rv). Had de rechter-commissaris de bevoegdheid om vier van de zeven aangedragen contra-getuigen te weigeren? Het antwoord van de Hoge Raad luidt ontkennend: de rechter-commissaris mag (contra-)getuigen slechts weigeren indien de goede procesorde in het geding is. De contra-enquête, waarin een partij de mogelijkheid krijgt tegenbewijs aan te brengen, strekt zich ook uit tot het ontzenuwen van reeds in het voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaringen. De Hoge Raad bevestigt bovendien dat deze beslissing van de rechter-commissaris een beschikking is, waartegen hoger beroep openstaat. (meer…)

Cassatieblog.nl