

Tekortkoming in een overeenkomst van opdracht; op wie rust de bewijslast?
HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1776
Als een opdrachtnemer de van de opdrachtgever ter doorbetaling aan een derde ontvangen geldbedragen voor zichzelf behoudt, schiet de opdrachtnemer tekort in de uitvoering van de opdracht. De opdrachtgever lijdt dan schade ten belope van die geldbedragen. Op grond van art. 7:403 lid 2 BW is het aan de opdrachtnemer om te bewijzen dat hij over de geldbedragen heeft beschikt overeenkomstig het doel waarvoor ze aan hem zijn verschaft en er dus geen sprake is van een tekortkoming. Lees meer…

Wet Bopz: andere machtiging? Alleen als daarom via art. 8a is gevraagd
HR 5 oktober ECLI:NL:HR:2018:1848
Een verzoek om een machtiging tot voortzetting van het verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis kan niet worden toegewezen als de betrokkene inmiddels voorwaardelijk uit het ziekenhuis is ontslagen en de beslistermijn inmiddels is verstreken, zie daarover CB 2016-182. Lees meer…

Gegevensverkrijging van buitenlandse inlichtingendiensten
HR 7 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1434
Deze zaak houdt verband met de zogenaamde Snowden affaire. Snowden heeft, zoals bekend, verschillende documenten openbaar gemaakt waaruit bleek dat de NSA in en buiten de VS op grote schaal en ongericht (meta)data verzamelde over telefoongesprekken en andere vormen van communicatie. In Nederland heeft dit geleid tot een uitvoerig debat in de Tweede Kamer omtrent de vraag of de Nederlandse inlichtingendiensten (AIVD en MIVD) ook dergelijke van de NSA afkomstige informatie gebruikten. In dat kader was onder meer aan de orde of die informatie door de NSA (en de Engelse GCHQ) niet op onrechtmatige wijze was verkregen en of de Nederlandse diensten de van de NSA (en GCHQ) afkomstige informatie niet konden gebruiken om de in Nederlandse wetgeving voor hen opgenomen beperkingen te omzeilen. Daarover ging ook deze zaak. Lees meer…

Prejudiciële beslissing over reikwijdte ontbindingsbevoegdheid art. 6:265 BW
HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810
In een uitvoerig gemotiveerde beslissing naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Voorzieningenrechter te Amsterdam in een ontruimingskortgeding betreffende sociale woonruimte, heeft de Hoge Raad de heersende leer ten aanzien van de bevoegdheid tot ontbinding op de voet van art. 6:265 BW nader verduidelijkt. Lees meer…

Het vereiste van samenhang tussen vorderingen bij opschortingsbevoegdheid
HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1811
In dit geval betrof de vordering uit hoofde van aansprakelijkheid een vordering jegens de partij die opschortte, en daarom was er sprake van samenhang in de zin van art. 6:52 BW, en niet zoals het hof had geoordeeld sprake van afgeleide schade. Lees meer…

Beding in de polisvoorwaarden is geen oneerlijk beding in de zin van Richtlijn 93/13/EEG
HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1800
Het beding in de polisvoorwaarden waarin is bepaald dat de verzekeraar de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt aan de hand van de door haar aan te wijzen medische en andere deskundigen en dat de verzekerde geacht wordt de vaststelling van de verzekeraar te hebben aanvaard als niet binnen 30 dagen bezwaar is gemaakt, is geen oneerlijk beding in de zin van Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Lees meer…

Nieuwe feiten en ontwikkelingen in hoger beroep
HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1777
Het hoger beroep strekt niet uitsluitend tot een beoordeling van de juistheid van de in eerste aanleg gegeven beslissing, maar, binnen de grenzen van de rechtsstrijd in appel, tot een nieuwe behandeling en beslissing van de zaak. Als het gaat om een vordering die ziet op de toekomst, dient de appelrechter als tweede feitelijke rechter steeds te beslissen met inachtneming van de normen, feiten en omstandigheden ten tijde van zijn beslissing. Lees meer…

Wel hoger beroep tegen afwijzing verzoek ex art. 69 Fw tot verbieden onderhandse verkoop
HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1799 (LM Vermietungs Gmbh / Van Boven q.q.)
De uitsluiting van hoger beroep tegen een door de rechter-commissaris op de voet van art. 176 Fw gegeven beschikking ziet uitsluitend op de procedure waarin de curator toestemming heeft verzocht om tot onderhandse verkoop van goederen over te gaan en de rechter-commissaris die toestemming heeft verleend. Deze uitsluiting ziet dus niet op het geval dat een schuldeiser opkomt tegen de handeling waartoe de curator het voornemen heeft, zelfs als de curator eerder toestemming van de rechter-commissaris heeft verkregen. Lees meer…

Wet Bopz: bij ‘zorgcarrousel’ is steeds nieuwe beoordeling omtrent dwangbehandeling nodig
HR 21 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1724
Gelet op de ingrijpende inbreuk op de lichamelijke integriteit die plaatsvindt bij een dwangbehandeling dienen de wettelijke grondslag daarvoor en de wettelijke voorschriften die de toepassing ervan met waarborgen omgeven, strikt te worden uitgelegd. In geval van ‘zorgcarrousel’ dient na iedere overplaatsing naar ander ziekenhuis opnieuw een beoordeling omtrent dwangbehandeling plaats te vinden. Lees meer…

Geen verleningsbesluit gemeente in geval van uithuisplaatsing bij andere ouder
HR 28 september 2018 ECLI:NL:HR:2018:1797
Bij een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie om een machtiging tot uithuisplaatsing behoeft geen verleningsbesluit van het college van burgemeester en wethouders te worden overgelegd indien het verzoek strekt tot plaatsing bij de andere met het gezag belaste ouder.