
![Hoge Raad komt niet terug van [B]/Dexia (cliëntenremisier)](https://cassatieblog.nl/wp-content/uploads/2016/01/Financiele-crisis1.jpg)
Hoge Raad komt niet terug van [B]/Dexia (cliëntenremisier)
HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1935 ([X]/Dexia)
(1) De Hoge Raad ziet in de door het gerechtshof Amsterdam gegeven argumenten géén aanleiding om terug te komen van het arrest [B]/Dexia (cliëntenremisier). In gevallen als in dat arrest aan de orde staat niet voorop dat Dexia tekortschoot in haar zorgplicht jegens de afnemer, maar dat zij contracteerde in weerwil van een wettelijk verbod dat ertoe strekte de afnemer te beschermen tegen het aangaan van een beleggingsovereenkomst na advies door een adviseur zonder de benodigde vergunning; (2) De verbindendverklaring van een WCAM-overeenkomst kan geen grond opleveren voor een bepaalde rechtsuitleg. Lees meer…

Onderdelen van de Staat kunnen elkaars vorderingen niet opvoeren als steunvordering
HR 26 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1988 (Staat/V.)
Onder schuldeiser valt in de Faillissementswet te verstaan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon. Vorderingen van organen en onderdelen van de Staat die geen rechtspersoonlijkheid bezitten, zoals de ontvanger en de belastingdienst, hebben voor de toepassing van de Faillissementswet te gelden als vorderingen van een en dezelfde schuldeiser, de Staat. Er is geen grond om hierop een uitzondering te maken voor organen of onderdelen van de Staat die organisatorisch, budgettair of begrotingstechnisch in vergaande mate zelfstandig zijn. Lees meer…

Afgeleide schade en formele rechtskracht – een fatale combinatie?
HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1899
De regels over afgeleide schade hebben uitsluitend betrekking op het geval waarin onrechtmatig is gehandeld of wanprestatie is gepleegd jegens een vennootschap, en de aandeelhouder vergoeding vordert van de waardevermindering van zijn aandelen of gemiste koerswinst die daarvan het gevolg is. Het is dan aan de vennootschap zelf om schadevergoeding te vorderen. In deze zaak is geen sprake van onrechtmatig handelen jegens de dochtermaatschappij, zodat de holding geen schadevergoeding kan worden ontzegd op de grond dat de dochter terzake geen vordering heeft ingesteld. Lees meer…

Onderzoeksbevoegdheid Algemene Rekenkamer Curaçao
HR 19 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1999
De reikwijdte van de onderzoeksbevoegdheden van de Algemene Rekenkamer van Curaçao is bij private ondernemingen, waarbij het beheer van het geld van het Land Curaçao zijdelings is betrokken, beperkt tot de informatieplicht die op deze onderneming rust. Een onderzoek naar het beleid van een onderneming valt niet onder die bevoegdheid. Lees meer…

Te snel investeren vormt een risico voor beoordelende instellingen
HR 19 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1973 (EnergyClaim/Staat)
De Hoge Raad heeft in het arrest EnergyClaim/Staat beslist over de vordering van EnergyClaim tot schadevergoeding onder meer wegens het onjuist implementeren van een Europese Richtlijn (Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, PbEG 2003, L 1/65 (EPB-richtlijn)) op het terrein van energieprestatie-certificaten). Lees meer…

De vrijheid van de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie
19 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1976
In het licht van de vrijheid die de Raad voor de Kinderbescherming als deskundige toekomt is een onderzoek niet onzorgvuldig op de enkele grond dat dit ook op andere wijze, of met meer of andere middelen, had kunnen worden uitgevoerd. Waar het, bij een verwijt als de moeder de Raad in deze aansprakelijkheidsprocedure maakt, op aankomt is of de Raad heeft mogen menen zich met de uit zijn onderzoek verkregen informatie een verantwoord oordeel te kunnen vormen over hetgeen het belang van het kind vergt. Lees meer…

De belanghebbende bij de stichting: nauwe betrokkenheid volstaat
HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1900
Zonder nadere motivering valt niet in te zien dat de door het hof in aanmerking genomen omstandigheden onvoldoende zijn om verzoeker bij het beleid van de stichting als belanghebbende in zin van art. 2:298 lid 1 BW, art. 2:299 BW en art. 2:21 lid 4 BW te kunnen aanmerken. Aan de omstandigheid dat verzoeker geen bestuurder van de stichting is, komt geen beslissende betekenis toe. Evenmin speelt bij de beoordeling van de ontvankelijkheid een rol dat de gevraagde voorzieningen zwaar ingrijpen in de governance van de stichting. Lees meer…

Volledige transitievergoeding bij ontslag wegens ziekte kort voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
HR 5 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1845
Werknemers van wie de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd wegens twee jaren van ziekte hebben recht op een volledige transitievergoeding. Dit geldt ook als de werknemer ten tijde van het ontslag bijna pensioengerechtigd is. De toekenning van een (volledige) transitievergoeding kan echter ook in dergelijke gevallen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Lees meer…

Maatstaf beoordeling opvolgend werkgeverschap bij werkgeverswisseling vóór 1 juli 2015
HR 12 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1909
Werkgeverswisselingen die hebben plaatsgevonden vóór 1 juli 2015 moeten in het kader van transitievergoeding (ook) worden beoordeeld aan de hand van de (Van Tuinen/Wolters-)maatstaf die tot 1 juli 2015 gold voor het aannemen van opvolgend werkgeverschap in de zin van art. 7:668a lid 2 (oud) BW (de ketenregeling). De Hoge Raad bevestigt met dit oordeel zijn eerdere rechtspraak. Lees meer…

Wet Bopz; opnieuw: verslaving en “andere stoornis”
HR 12 oktober 2018 ECLI:NL:HR:2018:1936
Verslaving aan middelen als alcohol en drugs kan op zichzelf niet tot toepassing van de Wet Bopz leiden. Lees meer…