Immuniteit van jurisdictie en executie van vreemde staten

Immuniteit van jurisdictie en executie van vreemde staten

HR 17 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:727 (De Verenigde Arabische Emiraten / werkneemster)

(i) Een vreemde staat die geen afstand wil doen van de hem toekomende immuniteit van jurisdictie, moet zich op deze immuniteit beroepen voor alle verweren ten gronde. Dat geldt ook als die vreemde staat als werkgever in een ontslag- of beëindigingsprocedure is betrokken.

(ii) Immuniteit van executie staat niet in de weg aan het opleggen van een dwangsom aan een vreemde staat of internationale organisatie. Lees meer…

Termijnoverschrijding en Veilig Mailen

Termijnoverschrijding en Veilig Mailen

HR 12 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:570

(i) Gesteld noch gebleken is dat zich een verstoring van de toegang tot Veilig Mailen heeft voorgedaan als bedoeld in art. 8 Besluit elektronisch procederen en/of art. 4.3.8 (Bijlage III) van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven.

(ii) Van een apparaatsfout is geen sprake als een medewerker van de griffie de advocaat die een processtuk via Veilig Mailen indient, er niet op wijst dat het ingediende bestand niet te openen is.

Lees meer…

Cassatievlog #105 | Een nadere termijn na het verstrijken van de verzettermijn

Cassatievlog #105 | Een nadere termijn na het verstrijken van de verzettermijn

Hoge Raad 30 augustus 2024 ECLI:NL:HR:2024:1103

Kan na het verstrijken van de verzettermijn toch nog een nadere termijn worden gegeven voor het instellen van verzet? En hoe lang moet die nadere termijn dan zijn? Maartje Möhring bespreekt in dit vlog het recente arrest van de Hoge Raad dat antwoord geeft op deze vragen.

 

 

Cassatievlog #105 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister de podcast via uw favoriete podcastkanaal of via de browser.

Mediationclausule kán bindend zijn, maar uitleg is doorslaggevend

Mediationclausule kán bindend zijn, maar uitleg is doorslaggevend

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1078

De inhoud en reikwijdte van een mediationclausule moet door uitleg daarvan worden vastgesteld (Haviltex). Een mediationclausule kán een verplichtend karakter hebben, het vrijwillige karakter van mediation staat daaraan niet in de weg. Een rechter (of arbiter) kan daartoe op verzoek de behandeling van een zaak aanhouden. Een mediationclausule mag echter niet worden toegepast als het recht van partijen op toegang tot de rechter onaanvaardbaar wordt aangetast.

Lees meer…

Cassatievlog #104 | CAO-norm bij onduidelijk beding

Cassatievlog #104 | CAO-norm bij onduidelijk beding

Hoge Raad 30 augustus 2024  ECLI:NL:HR:2024:1102

Als een beding in een bedrijfstakpensioen regeling onduidelijk is moet dat ook worden uitgelegd bij toepassing van de CAO-norm. Het kan niet vanwege die enkele onduidelijkheid buiten toepassing blijven. Martijn Scheltema licht dit toe aan de hand van een uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #103 is ook als podcast beschikbaar.

Mest/waterafscheider en meerwerk: wanneer kunnen extra kosten in rekening worden gebracht?

Mest/waterafscheider en meerwerk: wanneer kunnen extra kosten in rekening worden gebracht?

HR 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1073

Dit arrest gaat over een overeenkomst van opdracht en het in rekening brengen van kosten voor meerwerk. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof, omdat het hof ten onrechte niet heeft beoordeeld of de opdrachtnemers zelf hadden moeten begrijpen dat het meerwerk een prijsverhoging met zich zou brengen. Daarnaast heeft het hof verschillende essentiële stellingen van partijen niet in zijn oordeel betrokken en is het buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden. Lees meer…

Instemming als levensgezel bij kunstmatige bevruchting

Instemming als levensgezel bij kunstmatige bevruchting

HR 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:148

In het geval van kunstmatige bevruchting wordt met ‘een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad’ (art. 1:204 lid 4 BW) het hele traject van kunstmatige bevruchting bedoeld, en niet de enkele bevruchting van de eicellen en/of de terugplaatsing van het embryo. Dat betekent dat van ‘instemming als levensgezel’ (vereist voor vervangende toestemming bij erkenning) pas sprake is als de levensgezel en de moeder samen gekozen hebben voor het traject van kunstmatige bevruchting. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl