Ambtshalve akte niet-dienen op grond van pilotreglement is onredelijke sanctie

Oranje stoplichtHR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1075 (Curatoren Midreth/Black Box)

De sanctie op het niet in acht nemen van termijnen uit het onderhavige pilotreglement dient, zeker nu de toegang tot de (appel)rechter in het geding is, in redelijke verhouding te staan tot het verzuim. Nu op grond van het toepasselijke pilotreglement één termijn voor het indienen van memories geldt, die niet wordt verlengd, terwijl bij overschrijding van die termijn, zonder peremptoirstelling of voorafgaande waarschuwing, ambtshalve akte niet-dienen wordt verleend, dient een belangenafweging plaats te vinden, die in een geval als het onderhavige zonder meer dient te leiden tot het verlenen van een (korte) termijn van veertien dagen om het verzuim te herstellen. Lees meer…

Nieuwe handvatten bij de beoordeling van opheffing conservatoir beslag

witte rijstHR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1074

(1) Voor zover bij de beoordeling of een beslag moet worden opgeheven, de aannemelijkheid van de gestelde vordering ter zake waarvan het beslag is gelegd, wordt meegewogen, is de rechter niet gebonden aan de grondslagen voor die vordering die in het beslagrekest zijn vermeld. (2) Het enkele feit dat het beslag in de loop van het geding door de beslaglegger wordt opgeheven, of het feit dat de vordering in de bodemprocedure is afgewezen en hiertegen een rechtsmiddel is ingesteld, rechtvaardigt niet het oordeel dat summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de vordering waarvoor het beslag is gelegd. Lees meer…

Rechterlijke goedkeuring van afwijkend huurbeding kan ook na vernietiging worden verkregen

HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:823 (Eiser / Centre Hotel)

Rechterlijke goedkeuring voor een van de wettelijke huurrechtbepalingen afwijkend beding (art. 7:291 BW) kan ook nog worden verkregen nadat het beding (in of buiten rechte) is vernietigd. Door goedkeuring wordt het vernietigde beding alsnog rechtsgeldig. De maatstaf ter goedkeuring waarborgt de rechtsbescherming van de huurder, aangezien goedkeuring slechts wordt verleend als het afwijkend beding diens rechten niet wezenlijk aantast, of de huurder – gelet op diens maatschappelijke positie – deze rechtsbescherming in redelijkheid niet behoeft. Lees meer…

Concernaansprakelijkheid – moedermaatschappij niet bevrijd door schikking van dochtermaatschappij met crediteur

HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:837 (Eikendal q.q. / verweerster)

Een door de dochtervennootschap getroffen schikking met een crediteur die een vordering op haar heeft, heeft niet tot gevolg dat de moedervennootschap, die zich door een op de voet van artikel 2:403 lid 1 aanhef en sub f BW afgelegde verklaring hoofdelijk aansprakelijk heeft gesteld voor de schulden die uit door de dochtervennootschap verrichte rechtshandelingen voortvloeien, jegens de betreffende crediteur van die aansprakelijkheid is bevrijd. Lees meer…

Invorderingsbeschikking stuit de verjaring van bestuursrechtelijke geldschulden niet

Hoge Raad 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:817 (Gemeente Simpelveld / verweerder)

1) De invorderingsbeschikking als bedoeld in art. 5:37 Awb stuit niet de verjaring van bestuursrechtelijke geldschulden. De wetgever heeft met art. 4:105 en 4:106 Awb beoogd een gesloten stelsel van stuitingshandelingen te introduceren. 2) Door te erkennen dat opgelegde dwangsommen verbeurd zijn, is nog geen sprake van een ‘erkenning van het recht op betaling’ als bedoeld in art. 4:105 lid 2 Awb. Door de eerstgenoemde erkenning wordt de verjaring van de invordering van verjaarde dwangsommen dus niet gestuit. Lees meer…

Wet Bopz: verzoek om een machtiging na verstrijken termijn voortgezette inbewaringstelling

HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:842

Ook indien de officier van justitie een verzoek om een voorlopige machtiging heeft ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van de voortgezette inbewaringstelling kan de rechtbank de machtiging in beginsel verlenen. Het door de wettelijke termijnen beschermde belang van betrokkene staat echter eraan in de weg dat de machtiging wordt verleend voor een langere duur dan zes maanden, gerekend vanaf de datum waarop de voorafgaande machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verstreek. Lees meer…

Jaarverslag Hoge Raad 2014 – meer ‘zaken die ertoe doen’

2014

Het jaarverslag van de Hoge Raad over 2014 is gepubliceerd. De Hoge Raad merkt op dat het erop lijkt dat de Wet versterking cassatierechtspraak zijn vruchten begint af te werpen; de Hoge Raad kan zich steeds meer concentreren op ‘zaken die ertoe doen’. Met een selectie van vijf zaken van de Civiele Kamer blikt de Hoge Raad terug op 2014. Ook wordt vooruitgekeken naar de digitalisering van de cassatieprocedure in het kader van het KEI-programma.  Lees meer…

Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan HvJEU over uitsluiting inschrijvers aanbesteding vanwege ernstige beroepsfout

HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:757 (Connexxion Taxi Services/Staat c.s.)

Prejudiciële vragen van de Hoge Raad aan het Hof van Justitie. Verzet het Unierecht zich tegen een nationale verplichting voor aanbestedende diensten om uitsluiting van inschrijvers vanwege een ernstige beroepsfout te toetsen op evenredigheid? En moet een rechter deze beslissing van de aanbestedende dienst vol of marginaal toetsen? Lees meer…

De burgerlijke rechter is niet gebonden aan aanvaarding van een beroep op noodweer door de strafrechter

HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:760 (AIG/Verweerder)

(1) In het geval een verklaring voor recht wordt gevorderd omtrent aansprakelijkheid voor schade, moet de rechter ervan uitgaan dat de eiser hierbij belang heeft als de mogelijkheid van schade aannemelijk is, óók als niet tevens een veroordeling tot schadevergoeding of verwijzing naar de schadestaatprocedure wordt gevorderd. De Hoge Raad komt hiermee terug van zijn oordeel in HR 30 maart 1951, NJ 1952/29. (2) De burgerlijke rechter is ten aanzien van de bewijswaardering niet gebonden aan de aanvaarding van een beroep op noodweer door de strafrechter. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl