Selecteer een pagina
Partijbedoeling speelt beperkte rol bij werknemersbegrip BBA

Partijbedoeling speelt beperkte rol bij werknemersbegrip BBA

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7500 (Tros/X)

De in art. 1, onder b sub 2°, BBA genoemde criteria – die mede bepalen of sprake is van een “werknemer” in de zin van het BBA – zijn objectief van aard, met uitzondering van het eerste criterium. Bij beoordeling van de vraag of een persoon werknemer is in de zin van die bepaling, wordt dus (bij toepassing van drie van de vier criteria) niet meegewogen wat partijen bij het aangaan van de arbeidsrelatie hebben beoogd. Vereist maar ook voldoende is dat op het moment van beëindiging van de arbeidsverhouding aan deze criteria wordt voldaan. Lees meer…

Conservatoir scheepsbeslag ten laste van een ander dan scheepseigenaar is ook mogelijk op zusterschepen van die ander

Conservatoir scheepsbeslag ten laste van een ander dan scheepseigenaar is ook mogelijk op zusterschepen van die ander

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2708 (Furtrans/Augusta)

Het Brussels Beslagverdrag 1952 (Trb. 1981, 165) geeft eenvormige regels voor conservatoir beslag op zeeschepen voor zeerechtelijke vorderingen. Het beslag kan worden gelegd op het schip waarop de vordering betrekking heeft. Daarnaast kan beslag worden gelegd op andere schepen van de debiteur (“zusterschepen”), ongeacht of hij het gezag of de feitelijke macht over het schip heeft waarop de vordering betrekking heeft en uit dien hoofde aansprakelijk is. Het beslag dient uitsluitend ter verzekering van de zeerechtelijke vordering en kan daarom slechts doel treffen als het op de vordering toepasselijke recht verhaal op of afgifte van het schip mogelijk maakt. Lees meer…

Gezag van gewijsde parallelarrest ontneemt belang aan cassatieberoep

Gezag van gewijsde parallelarrest ontneemt belang aan cassatieberoep

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7594 (X/Christelijk Gereformeerde Kerk te Zeewolde c.s.)

In een parallelzaak is onherroepelijk beslist over dezelfde rechtsbetrekking als die in dit arrest is beoordeeld. De beslissing in de parallelzaak heeft daarom ingevolge art. 236 lid 1 Rv tussen partijen bindende kracht. Daarom heeft eiser tot cassatie geen belang meer bij de beoordeling van het in de onderhavige zaak aangevoerde middel. Lees meer…

Stelplicht benadeelde en taak van de rechter bij begroting van schade

Stelplicht benadeelde en taak van de rechter bij begroting van schade

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5211

De benadeelde hoeft slechts feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan worden afgeleid dat schade is geleden. Nu de benadeelde in dit geval aan deze stelplicht heeft voldaan, had het hof hetzij de zaak moeten verwijzen naar de rol voor uitlating van partijen over de omvang van de schade, hetzij partijen naar de schadestaat moeten verwijzen, ook zonder dat dit uitdrukkelijk was gevorderd, hetzij de omvang van de schade op de voet van artikel 6:97 BW dienen te schatten. De Hoge Raad doet de zaak zelf af. Lees meer…

Schorsing procedure na schorsing advocaat

Schorsing procedure na schorsing advocaat

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2915

Schorsing van de door een partij gestelde advocaat (hetzij op grond van een disciplinaire maatregel, hetzij op een andere wettelijke grond zoals faillissement) valt onder “verlies van de hoedanigheid van advocaat” als bedoeld in art. 226 Rv, en leidt dus ertoe dat het geding van rechtswege wordt geschorst. De Hoge Raad geeft enkele praktische aanwijzingen hoe de rechter in dat geval dient te handelen. Lees meer…

Gewone motiveringseisen bij afwijken van deskundigenadvies

Gewone motiveringseisen bij afwijken van deskundigenadvies

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2921 (X en Y / Stichting Flevoziekenhuis)

Kinderarts heeft niet gehandeld in strijd met wat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend kinderarts mocht worden verwacht, door in de gegeven omstandigheden geen controle uit te voeren naar de effectiviteit van het bij een pasgeborene ingezette glucosebeleid (het toedienen van extra glucose). Indien de rechter afwijkt van de zienswijze van de door hem benoemde deskundige gelden in beginsel de gewone motiveringseisen. Lees meer…

Showroommodellen zijn geen bodemzaken

Showroommodellen zijn geen bodemzaken

HR 9 december 2011,ECLI:NL:HR:2011:BT2700

De in een winkel tentoongestelde showroommodellen kunnen niet worden aangemerkt als “zaken tot stoffering van een huis of landhoef” als bedoeld in art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990, zodat de belastingdienst geen voorrang heeft boven een stille pandhouder bij het verhaal op de opbrengst van deze showroommodellen na een faillissement. Lees meer…

Particuliere verkoper woonhuis komt beroep toe op schriftelijkheidsvereiste

Particuliere verkoper woonhuis komt beroep toe op schriftelijkheidsvereiste

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2012:BU7412

Als mondeling overeenstemming is bereikt over de verkoop van een woonhuis aan een particuliere koper, en de verkoper weigert mee te werken aan opmaken en ondertekenen van de koopakte, dan mag (ook) de verkoper, mits hij een particulier is, zich erop beroepen dat aan de mondelinge overeenstemming geen rechtsgevolg toekomt. Lees meer…

De Nederlandse rechter is niet bevoegd als het “ontvoerde” kind zich buiten Nederland bevindt

De Nederlandse rechter is niet bevoegd als het “ontvoerde” kind zich buiten Nederland bevindt

HR 9 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU2834

Als een kind beweerdelijk ongeoorloofd is overgebracht vanuit een verdragsluitende staat waar het zijn gewone verblijfplaats heeft naar een andere verdragsluitende staat, of in die andere staat wordt vastgehouden, kan een verzoek tot teruggeleiding, gebaseerd op het Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV), slechts worden ingediend bij de rechter van de staat waar het kind zich bevindt. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl