De schijn van het primaat van de bodemrechter bij samenhangende zaken tussen verschillende partijen

De schijn van het primaat van de bodemrechter bij samenhangende zaken tussen verschillende partijen

HR 16 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7051 (Erasmus c.s./SGS).

Wanneer het arrest van het hof in een bodemprocedure door de Hoge Raad is vernietigd, dient het arrest van het hof in een daarmee samenhangende (maar tussen andere partijen gevoerde) procedure in kort geding, voor zover het hof ter onderbouwing van zijn oordeel naar zijn eerdere door de Hoge Raad vernietigde arrest heeft verwezen, eveneens te worden vernietigd. Lees meer…

Stornering automatische incasso’s door bank na faillissement debiteur

Stornering automatische incasso’s door bank na faillissement debiteur

HR 16 september 2011,  ECLI:NL:HR:2011:BQ8732 (SNS Bank/Mr. Pasman q.q.)

Wanneer bij een automatische incasso tijdig gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid tot stornering door de debiteur of diens bank, leidt dit tot een boekhoudkundige correctie (en niet tot een terugbetaling) van zowel de creditering als de debitering. Gebruikmaking van de bevoegdheid tot stornering door de bank van de debiteur levert slechts in bijzondere omstandigheden misbruik van bevoegdheid op. Niet uitgesloten is echter dat stornering door de bank ná faillissement van de debiteur onrechtmatig is jegens de gezamenlijke schuldeisers van de failliete debiteur. Lees meer…

Formele rechtskracht bij fictieve afwijzende beschikking

Formele rechtskracht bij fictieve afwijzende beschikking

HR 16 september 2011,  ECLI:NL:HR:2011:BQ5980 (Tara Beach Resort/Aruba)

Arubaanse zaak. Het niet voortzetten van een bestuursrechtelijke rechtsgang na een fictieve afwijzende beschikking leidt tot formele rechtskracht van de fictieve weigering. Dat de rechtsgang niet was voortgezet vanwege de inwerkingtreding van nieuw recht, waaronder het bestuursorgaan toch zou hebben geweigerd, maakt dat niet anders; de belanghebbende had rekening ermee moeten houden dat voor haar het oudere – voor haar gunstigere – recht, zou gelden. Lees meer…

Crediteur kan rechtmatigheid van aan debiteur opgelegde belastingaanslag niet door civiele rechter laten toetsen

Crediteur kan rechtmatigheid van aan debiteur opgelegde belastingaanslag niet door civiele rechter laten toetsen

HR 9 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7066 (Dumatrust c.s./Ontvanger c.s.) 

De juistheid van de door de Belastingdienst opgelegde aanslagen kan niet bij de civiele rechter ter discussie worden gesteld door crediteuren van de belastingplichtige, die verhaal zoeken op dezelfde vermogensbestanddelen als de Ontvanger. Het opleggen van de aanslagen en het niet afzien van het wettelijk voorrangsrecht is in dit geval bovendien niet onrechtmatig jegens deze andere crediteuren van de belastingplichtige.  Lees meer…

Googelende rechter schond beginsel van hoor en wederhoor

Googelende rechter schond beginsel van hoor en wederhoor

HR 9 september 2011, LJN BR1653 en LJN BR1654

Het hof was op internet zelf op zoek gegaan naar feitelijke gegevens, die niet in het procesdossier voorkwamen. Door die gegevens ten nadele van de verzoekende partij aan zijn beslissing ten grondslag te leggen, zonder dat deze partij de gelegenheid heeft gekregen van die gegevens kennis te nemen en daarop desgewenst te reageren, heeft het hof gehandeld in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor. Lees meer…

Opfriscursus tussentijds beroep, of toch een verdere verfijning?

Opfriscursus tussentijds beroep, of toch een verdere verfijning?

HR 9 september 2011, LJN ECLI:NL:HR:2011:BQ2306

De Hoge Raad bevestigt de regel dat een tussentijds beroep tegen een tussenvonniscomponent van een uitspraak slechts ontvankelijk is als ook klachten worden gericht tegen de eindvonniscomponent van de uitspraak. Maar hij lijkt ook een nieuwe regel te formuleren voor het geval waarin de eindvonniscomponent en de tussenvonniscomponent betrekking hebben op verschillende procedures. Lees meer…

Elke verwerking van persoonsgegevens vergt concrete afweging van belangen

Elke verwerking van persoonsgegevens vergt concrete afweging van belangen

HR 9 september 2011, LJN ECLI:NL:HR:2011:BQ8097 (Santander/X)

Bij elke verwerking van persoonsgegevens moet zijn voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit (art. 8 EVRM). Bij elke gegevensverwerking dient de verwerker daarom een belangenafweging te maken, ongeacht de aanwezigheid van een wettelijke rechtvaardigingsgrond voor de gegevenswerking. Als de betrokkene verzet aantekent, zal opnieuw een belangenafweging moeten worden gemaakt op basis van de dan bekende gegevens. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl