

Beoordeling in hoger beroep bij een door de kantonrechter uitgesproken ontbinding: ‘ex tunc’ of ‘ex nunc’?
HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:284
(i) In hoger beroep moet de vraag of het verzoek van de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst terecht is toegewezen ‘ex tunc’ worden beoordeeld.
(ii) Het staat partijen in hoger beroep vrij andere feiten en omstandigheden naar voren te brengen, maar de rechter mag slechts acht slaan op de feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan vóór de ontbindingsbeschikking van de kantonrechter.
(iii) De vraag of de rechter in hoger beroep moet voorzien in herstel van de arbeidsovereenkomst of aan de werknemer een billijke vergoeding moet toekennen dient ‘ex nunc’ te worden beoordeeld.
(iv) Dit geldt ook voor de beoordeling van het recht op en de omvang van de transitievergoeding en de billijke vergoeding, met dien verstande dat de vraag of de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgever of werknemer naar haar aard ‘ex tunc’ moet worden beoordeeld.

Een arbeidsovereenkomst kan niet gedeeltelijk worden ontbonden
HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283
(i) Een arbeidsovereenkomst kan niet gedeeltelijk worden ontbonden. Wel kan een arbeidsovereenkomst gedeeltelijk worden beëindigd. De Hoge Raad noemt enkele gevallen waarin van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst sprake kan zijn.
(ii) Indien een verzoek van de werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is afgewezen, dient de rechter in hoger beroep aan de hand van de hem ten tijde van zijn beslissing bekende feiten en omstandigheden te beoordelen of het ontbindingsverzoek ten onrechte is afgewezen (‘ex nunc’).

Ontduiking van de ketenregeling via uitzendovereenkomst
HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:312
Het sluiten van een uitzendovereenkomst na drie opvolgende, tijdelijke arbeidsovereenkomsten, met als doel de uit de ketenregeling voortvloeiende bescherming te ontduiken, kan misbruik van de ketenregeling opleveren. Het oordeel van het hof dat (daarmee) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan, houdt in cassatie stand.

Overzicht recente prejudiciële vragen aan de Hoge Raad
Het overzicht van prejudiciële zaken vermeldt weer een aantal nieuwe civiele zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) uitleg van art. 5 Handelsnaamwet bij mogelijke naamsverwarring handelsnaam, (2) vermindering van arbeidsduur wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en recht op transitievergoeding, (3) bindende kracht van in kracht van gewijsde gegaan vonnis met betrekking tot vernietiging van effectenleaseovereenkomst voor echtgenoot die niet als formele procespartij is opgetreden en (4) is het vereiste van ‘gebleken onschuld’ voor schadevergoeding strijdig met onschuld-presumptie van art. 6 lid 2 EVRM. Lees meer…

Beroep op centrale beperking octrooi in strijd met de goede procesorde
HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:258
Beroep op beperking van het octrooi door het Europees Octrooibureau, nadat eerder een beroep op een nagenoeg identieke wijziging van het octrooi niet was toegelaten wegens strijd met de tweeconclusieregel, is in strijd met de goede procesorde. Lees meer…

Uitleg van een kwijtingsbeding
HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:260
Gelet op de tekst van het kwijtingsbeding is ’s hofs oordeel dat de volledige kwijting van verhuurder ter zake van “al zijn verplichtingen ingevolge het Huurcontract” ook ziet op een op de wet gegronde vordering uit onverschuldigde betaling zonder nadere motivering onbegrijpelijk.

Eiswijziging in hoger beroep volgens het Curaçaose procesrecht
HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2009
Een eiswijziging in hoger beroep hoeft volgens het Curaçaose procesrecht niet te worden getoetst aan de tweeconclusieregel. Of een eiswijziging in hoger beroep volgens het Curaçaose procesrecht is toegestaan, moet worden getoetst aan de eisen van een goede procesorde en de (overige) daarvoor geldende wettelijke bepalingen. Lees meer…

Pensioenverevening, afstorting en peildatum commerciële waarde pensioenaanspraak
14 februari 2020 ECLI:NL:HR:2020:276
De hoogte van de pensioenaanspraak, opgebouwd in eigen beheer van een door één van de ex-echtgenoten beheerste rechtspersoon, dient te worden bepaald naar de waarde daarvan op datum echtscheiding. De commerciële waarde van die aanspraak – het bedrag dat nodig is om de pensioenaanspraak bij een externe pensioenverzekeraar te verzekeren – moet worden bepaald naar datum afstorting door die rechtspersoon. Lees meer…

Pas sprake van tekortkoming wegens niet-tijdig presteren, indien schuldenaar in verzuim is
HR 31 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:141
Er is pas sprake van een tekortkoming wegens niet tijdig presteren (ervan uitgaande dat nakoming nog mogelijk is), indien de schuldenaar in verzuim is. Nu de afgesproken leveringstermijn van 31 december 2011 niet als fatale termijn (als bedoeld in art. 6:83, aanhef en onder a, BW) kon worden aangemerkt en de koper (schuldenaar) niet in gebreke was gesteld door de verkoper, kon de koper het pand nog na die datum afnemen zonder dat hij als gevolg van ‘niet tijdig’ presteren in verzuim zou komen (en daarmee zou tekortschieten als bedoeld in art. 6:83, aanhef en onder c, BW). Lees meer…

Arbeidsovereenkomst kan (buitengerechtelijk) worden vernietigd wegens bedrog
HR 7 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:213
Indien een werknemer een werkgever ertoe beweegt een arbeidsovereenkomst tot stand te doen komen door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat hij verplicht was mede te delen of door een andere kunstgreep, is bedrog aanwezig en kan de werkgever zich beroepen op de (buitengerechtelijke) vernietiging van de arbeidsovereenkomst. Voor het slagen van dit beroep is niet vereist dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is geweest. Lees meer…