afstamming Archieven - Cassatieblog.nl

Instemming als levensgezel bij kunstmatige bevruchting

CB 2024-99 | Geplaatst op 22-08-2024 | door Giel Wind

HR 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:148

In het geval van kunstmatige bevruchting wordt met ‘een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad’ (art. 1:204 lid 4 BW) het hele traject van kunstmatige bevruchting bedoeld, en niet de enkele bevruchting van de eicellen en/of de terugplaatsing van het embryo. Dat betekent dat van ‘instemming als levensgezel’ (vereist voor vervangende toestemming bij erkenning) pas sprake is als de levensgezel en de moeder samen gekozen hebben voor het traject van kunstmatige bevruchting. (meer…)

Geplaatst in Personen- en familierecht | Getagged afstamming, erkenning, kunstmatige bevruchting, verzoek vervangende toestemming

Cassatievlog #020 |Prejudiciële vragen over de rechtsgevolgen van draagmoederschap

CB 2022-74 | Geplaatst op 24-05-2022 | door Maartje Möhring

Hoge Raad 13 mei 2022 (De wensouders), ECLI:NL:HR:2022:685

Er bestaat onduidelijkheid over de rechtsgevolgen in Nederland bij draagmoederschap in het buitenland, onder meer met betrekking tot het toepasselijk recht en de erkenning van in het buitenland vastgestelde afstemmingsrechtelijke relaties. De rechtbank Den Haag heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. In dit vlog bespreekt Maartje Möhring het arrest van de Hoge Raad.

Cassatievlog #020 is ook als podcast beschikbaar.

Geplaatst in Personen- en familierecht, Prejudiciële vragen Hoge Raad | Getagged afstamming, BW art, BW art. 10:100, BW art. 10:101, draagmoederschap, erkenning, Rv art. 393 lid 8

De rechtsgevolgen van draagmoederschap

CB 2022-72 | Geplaatst op 19-05-2022 | door Maartje Möhring

HR 13 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:685

De Hoge Raad ziet op dit moment af van beantwoording van prejudiciële vragen over de rechtsgevolgen van draagmoederschap in het buitenland, omdat hierover op korte termijn een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. In de tussentijd kan de rechter in een concrete zaak een beslissing nemen aan de hand van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij kan de rechter ook overeenkomstige toepassing geven aan art. 10:100 en 10:101 BW. (meer…)

Geplaatst in Internationaal privaatrecht, Prejudiciële vragen Hoge Raad, Proces- en beslagrecht | Getagged afstamming, BW art. 10:100, BW art. 10:101, draagmoederschap, erkenning

Prejudiciële beslissing over verkrijging Nederlanderschap door kind geboren uit polygaam huwelijk: niet door geboorte Nederlander

CB 2017-101 | Geplaatst op 22-05-2017 | door Mette van Asperen

HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:942

Indien een kind is geboren uit een ten tijde van zijn geboorte polygaam huwelijk waaraan naderhand het polygame karakter is ontvallen, staat het stelsel van de Rijkswet op het Nederlanderschap eraan in de weg dat het kind ingevolge art. 3 lid 1 van de Rijkswet uitsluitend op grond van zijn afstamming op enig tijdstip van rechtswege het Nederlanderschap verkrijgt. (meer…)

Geplaatst in Personen- en familierecht, Prejudiciële vragen Hoge Raad | Getagged afstamming, BW art. 10:100, BW art. 10:101, BW art. 10:32, BW art. 10:33, BW art. 10:4, BW art. 10:9, IVRK art. 3, Nederlanderschap, Rijkswet Nederlanderschap art. 2 lid 1, Rijkswet Nederlanderschap art. 3 lid 1, Rijkswet Nederlanderschap art. 4, verkrijging Nederlanderschap

Instemming als levensgezel bij kunstmatige bevruchting

Cassatievlog #020 |Prejudiciële vragen over de rechtsgevolgen van draagmoederschap

De rechtsgevolgen van draagmoederschap

Prejudiciële beslissing over verkrijging Nederlanderschap door kind geboren uit polygaam huwelijk: niet door geboorte Nederlander

Recente berichten

Dossiers

Archief

Achtergronden cassatierechtspraak

Cassatieblog.nl