Alle berichten met de tag: effectenlease


HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:164

Prejudiciële vragen. De Hoge Raad geeft regels voor voordeelstoerekening in effectenleasezaken. Aan bod komen onder meer de toerekening van een batig saldo op termijnen en restschuld; toerekening van overige voordelen; eigen schuld; de vraag of de wijze waarop het voordeel is genoten verschil maakt. Ook overweegt de Hoge Raad dat niet van belang is of sprake is van een onaanvaardbaar zware financiële last. (meer…)

HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR 2016:2749

In effectenleasezaken dient bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een “onaanvaardbaar zware financiële last” volgens de hofformule, de premie Ziekenfondswet (Zfw) niet in mindering te worden gebracht op het besteedbaar netto-inkomen. Vanuit een oogpunt van consistente rechtspraak verdient het aanbeveling dat bij het hanteren van de ‘hofformule’ in alle gevallen deze lijn wordt gevolgd. (meer…)

HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2822, 2825, 2835

(1) Aan Dexia verzonden brief geldt niet als ‘opt out-verklaring’ in de zin van art. 7:908 lid 2 BW; (2) Verbindendverklaring WCAM-0vereenkomst (art. 7:909 BW) ook mogelijk voor andere vorderingen dan die tot schadevergoeding; (3) WCAM-overeenkomsten moeten naar objectieve maatstaven worden uitgelegd; ook gebondenheid aan Duisenbergregeling indien leaseovereenkomst door een van de echtgenoten ex art. 1:89 BW buitengerechtelijk is vernietigd.  (meer…)

HR 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2012 en ECLI:NL:HR:2016:2015

(1) Op grond van art. 7 lid 1 Wte 1995 dient de cliëntenremisier die zich niet beperkt tot het aanbrengen van een potentiële belegger bij een beleggings- of effecteninstelling, maar hem tevens beleggingsadvies geeft, over een vergunning te beschikken. (2) De eigen schuldregel voor effectenlease (1 staat tot 2) lijdt uitzondering en de vergoedingsplicht van de aanbieder blijft geheel in stand, indien de cliëntenremisier zonder vergunning tevens beleggingsadvies heeft verstrekt en de aanbieder dit weet of behoort te weten. Dit geldt ook indien de mogelijke financiële gevolgen geen onaanvaardbaar zware last voor de afnemer vormden. (meer…)

HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1866 (Eiser / Dexia)

(1) Voor de aanvang van de verjaring van de vernietigingsbevoegdheid ex art. 1:88 en 1:89 BW is bekendheid met de te vernietigen overeenkomst vereist en niet tevens bekendheid met de bevoegdheid tot vernietiging. (2) Gelet op de vastgestelde en aangevoerde feiten behoorde het hof te onderzoeken of het bestreden contractuele beding oneerlijk is in de zin van de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (93/13/EG). (meer…)

Cassatieblog.nl