Alle berichten met de tag: BW art. 6:100


HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:956

(i) Voordeelstoerekening mag worden toegepast in gevallen van (in beginsel abstract te berekenen) zaakschade.

(ii) Of het redelijk is om een voordeel toe te rekenen, hangt onder meer af van de vraag of de benadeelde tegen zijn wil een bepaald bestedingspatroon wordt opgedrongen. (meer…)

HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:164

Prejudiciële vragen. De Hoge Raad geeft regels voor voordeelstoerekening in effectenleasezaken. Aan bod komen onder meer de toerekening van een batig saldo op termijnen en restschuld; toerekening van overige voordelen; eigen schuld; de vraag of de wijze waarop het voordeel is genoten verschil maakt. Ook overweegt de Hoge Raad dat niet van belang is of sprake is van een onaanvaardbaar zware financiële last. (meer…)

HR 8 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1483 (TenneT c.s. / ABB c.s.)

Bij de beoordeling van een doorberekeningsverweer als hier aan de orde maakt het volgens de Hoge Raad in beginsel niet uit of de benadering van de directe schade of die van de voordeelstoerekening wordt gevolgd. Dat oordeel wordt gegeven nadat de Hoge Raad de eisen in het kader van voordeelstoerekening bij dit verweer heeft vereenvoudigd. (meer…)

HR 16 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:84 (Mr. Cnossen q.q. / Provincie Friesland)

Het gezag van gewijsde van een arbitraal vonnis geldt alleen in een ander geding tussen dezelfde partijen of hun rechtverkrijgenden (art. 1059 jo. 236 Rv). In casu kan echter ook tussen partijen in dit geding uitgangspunt zijn, als bindend door arbiters in de rechtsverhouding van de betrokken partijen vastgesteld, dat de litigieuze vordering door verrekening is tenietgegaan. (meer…)

HR 29 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4012

In zijn arrest van 29 april jl. heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de schadeberekening bij effectenleasezaken. Uit dit arrest volgt dat de rechter mag uitgaan van een algemene formule ter beoordeling van de vraag of sprake is van een onaanvaardbaar zware financiële last , mits die formule voldoende ruimte geeft voor het meewegen van individuele omstandigheden van de afnemer. Ook moet rekening worden gehouden met de financiële positie van de partner van de afnemer. Verder mag de rechter – via de band van voordeelstoerekening – rekening houden met winsten die behaald zijn uit eerdere effectenleaseovereenkomsten.

(meer…)

Cassatieblog.nl