Alle berichten met de tag: misbruik van bevoegdheid


HR 11 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:560

De rechtsgang bij de bestuursrechter kan niet in voldoende mate voorzien in vorderingen die erop zijn gericht dat met het intrekken van een beroep de bestuursrechtelijke procedure op korte termijn eindigt. GEM c.s. is daarom ontvankelijk in haar vordering. (meer…)

Hoge Raad 11 april 2025, ECLI:NL:HR:2025:560

In deze zaak vordert een aantal vennootschappen bij de burgerlijke rechter dat een stichting wordt geboden haar beroep tegen een beslissing op bezwaar bij de bestuursrechter in te trekken. Is de burgerlijke rechter bevoegd om kennis te nemen van zo’n vordering? En zijn de vennootschappen dan ook ontvankelijk in die vordering? De Hoge Raad beantwoordt beide vragen bevestigend. Hidde Volberda bespreekt het arrest.

HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2004

De aanvrager van een faillissement kan aansprakelijk zijn voor de schade die het gevolg is van een faillissement dat op zijn aanvraag wordt uitgesproken, maar dat vervolgens op een rechtsmiddel wordt vernietigd. Dat is echter alleen het geval indien (i) de aanvrager wist of behoorde te weten dat geen grond bestond voor het uitspreken van het faillissement, dan wel (ii) de aanvrager anderszins met de aanvraag misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt. (meer…)

HR 13 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1785, ECLI:NL:HR:2020:1786 en ECLI:NL:HR:2020:1787

Art. 3:4 lid 1 en 2 BW bevatten elk een zelfstandige grond voor bestanddeelvorming van een zaak met een hoofdzaak. Voor bestanddeelvorming op grond van art. 3:4 lid 2 BW geldt een zuiver fysiek criterium. Niet relevant is wat de vermogensrechtelijke gevolgen zijn van de eventuele afscheiding van de zaak en de hoofdzaak, en of na afscheiding herstel kan plaatsvinden. (meer…)

HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3269 (Mr. Boersen/Bedrijfstak Pensioenfonds)

De curator is uitsluitend persoonlijk belanghebbende bij het verzet als bedoeld in art. 10 Fw, ongeacht door wie het faillissement is aangevraagd. Het enkele feit dat de boedel leeg is of blijkt te zijn, is geen grond voor verzet door de curator op de voet van art. 10 Fw. Voor het slagen van dat verzet is vereist dat de faillissementsaanvraag, ongeacht of deze door de schuldeiser dan wel de schuldenaar zelf is ingediend, is aan te merken als misbruik van bevoegdheid.  (meer…)

Cassatieblog.nl