Alle berichten met de tag: Rv art. 356


HR 17 januari 2020 ECLI:NL:HR:2020:61 

Een advocaat hoeft bij zijn dienstverlening met betrekking tot een voorgenomen financiële transactie geen rekening te houden met mogelijke belangen van derden, tenzij hij uit de hem door de cliënt verschafte gegevens of de overige omstandigheden van het geval redelijkerwijs behoort af te leiden dat zodanige, gerechtvaardigde, belangen door de van hem gevraagde dienstverlening op onaanvaardbare wijze kunnen worden geschaad. Over de reikwijdte van de bevoegdheid van de appelrechter om de zaak na vernietiging van een tussenvonnis zelf af te doen, overweegt de Hoge Raad als volgt. Het maken van deze afweging is aan de appelrechter, en wordt niet begrensd door de keuzevrijheid van de geïntimeerde om ofwel ook zelf dadelijk hoger beroep in te stellen ofwel daarmee te wachten totdat een later tussen- of eindvonnis is gewezen. Partijen moeten bij de afweging om zelf al dan niet dadelijk incidenteel hoger beroep in te stellen en bij het weergeven van hun stellingen rekening houden met de mogelijkheid dat de appelrechter van deze bevoegdheid gebruik zal maken. Deze blog bespreekt beide aspecten en bevat een korte samenvatting. (meer…)

HR 24 november 2017 ECLI:NL:HR:2017:3018 (Invinco GmbH  / X)

1) Het hof heeft gebruik gemaakt van mogelijkheid die art. 356 Rv hem biedt om de zaak aan zich te houden en heeft het verzet tegen de eiswijziging in het incidentele appel verworpen. Het al dan niet gebruikmaken van die bevoegdheid is aan de appelrechter en leent zich niet voor toetsing in cassatie.
2)  Hoger beroep tegen later tussenvonnis als bedoeld in art. 337 lid 2 Rv kan slechts worden ingesteld tegelijk met hoger beroep tegen het eindvonnis, tenzij de rechter die het vonnis heeft gewezen anders heeft bepaald. Het is niet aan de appelrechter om hierop een uitzondering te maken. De Hoge Raad oordeelt dat in een toegelaten hoger beroep tegen een tussenvonnis , na daartoe verkregen verlof, weliswaar ook eerdere tussenvonnissen kunnen worden betrokken, maar dat dit niet geldt voor latere tussenvonnissen. (meer…)

HR 15 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3142

(i) ook bij vernietiging van een deelgeschilbeschikking heeft het hof in de procedure ten principale de bevoegdheid de zaak aan zich te houden en op de hoofdzaak te beslissen (art. 356 Rv). In dat geval is het arrest van het hof in het hoger beroep tegen de deelgeschilbeschikking een einduitspraak, zodat daartegen cassatieberoep openstaat zonder dat verlof is vereist;
(ii) vrijwilligerswerk is niet uitgesloten van het beschermingsbereik van art. 7:658 lid 4 BW. (meer…)

Cassatieblog.nl