Alle berichten met de tag: Wsnp


HR 14 december 2012, LJN BY0966

De toewijsbaarheid van een (primair) verzoek op de voet van art. 287a lid 1 Fw om een bevel tot instemming met een schuldregeling (dwangakkoord), is niet afhankelijk van de toewijsbaarheid van een (subsidiair) verzoek op de voet van art. 284 lid 1 Fw tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. (meer…)

HR 25 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV4010 en ECLI:NL:HR:2012:BV4021 (Cassatie in het belang der wet)

Het indienen van een schuldsaneringsverzoek behoort niet tot de in art. 1:441 lid 1 BW bedoelde taak van de beschermingsbewindvoerder, zodat die de schuldenaar niet in rechte vertegenwoordigt bij de indiening van dat verzoek. De schuldenaar over wiens goederen bewind is ingesteld is (dus) zelfstandig bevoegd om een schuldsaneringsverzoek in te dienen.  Wel vormen het bewind en de houding van de beschermingsbewindvoerder met betrekking tot het verzoek relevante omstandigheden die de rechter bij zijn beslissing op het verzoek in aanmerking dient te nemen, zodat eventueel oproeping van de bewindvoerder moet plaatsvinden. Hetzelfde geldt bij de behandeling van een rechtsmiddel tegen een beslissing tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op de voet van art. 350 Fw(meer…)

HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV0890 (Cassatie in het belang der wet)

De gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling (zoals het in de boedel vallen van verkregen goederen) eindigen direct na afloop van de termijn die voor de betrokken schuldsanering geldt (drie of ten hoogste vijf jaar). De schone lei treedt wel pas in werking nadat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden. (meer…)

HR 6 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU6758

De poging tot het bereiken van een buitengerechtelijke schuldregeling voorafgaand aan toepassing van de Wsnp mag niet zijn uitgevoerd door een rechtspersoon die niet bij AMvB is aangewezen krachtens art. 48 lid 1 onderdeel d Wet op het consumentenkrediet. (meer…)

HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3883 (wsnp), ECLI:NL:HR:2011:BQ3890 (ots), ECLI:NL:HR:2011:BQ2800 (maatschappen)

Geen griffierecht is verschuldigd in hoger beroep en cassatie in een procedure over de toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Hetzelfde geldt voor procedures over de ondertoezichtstelling van minderjarigen of de ontheffing of de ontzetting uit het gezag of voogdij over minderjarigen. Maatschappen moeten het tarief voor rechtspersonen betalen. (meer…)

Cassatieblog.nl