Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: Wsnp


HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1693 (Eiser/Gemeente Haarlem)

Bij het bepalen van de reikwijdte van een schone lei-verklaring ingevolge de WSNP dient een besluit tot intrekking van ten onrechte genoten bijstand met ingang van een in het verleden gelegen tijdstip dient, wat betreft de daaruit voortvloeiende verplichting tot terugbetaling, op één lijn te worden gesteld met de vernietiging van een overeenkomst met terugwerkende kracht. (meer…)

HR 19 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3678

1. Doordat de vernietiging van een rechterlijke uitspraak terugwerkende kracht heeft, ontstaat de vordering tot ongedaanmaking van de verrichte prestatie op het moment waarop ter uitvoering van die uitspraak is gepresteerd.
2. Art. 194 Fw heeft niet slechts betrekking op baten die voor de curator c.q. de bewindvoerder ten tijde van de vereffening onbekend waren, maar ook op voor de curator c.q. bewindvoerder op dat moment bekende baten die hij in de omstandigheden van het geval op redelijke gronden niet heeft gerealiseerd en daarom niet in de slotuitdeling heeft betrokken.  (meer…)

HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2935 

Beantwoording van twee prejudiciële vragen. 1. De beslissing om op de voet van art. 349a lid 2 en 3 Fw de termijn van de schuldsaneringsregeling te verlengen, kan worden genomen na het moment waarop de in art. 349a lid 1 Fw bedoelde termijn van de schuldsaneringsregeling afloopt. 2. De verplichtingen die op grond van de tweede afdeling van titel III Fw voor de schuldenaar voortvloeien uit de toepassing van de schuldsaneringsregeling, gelden niet in de periode die is geleden tussen het moment waarop de termijn van art. 349 lid 1 Fw afloopt en het moment waarop onherroepelijk is beslist omtrent de verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling.  (meer…)

HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1682

Slechts onder bijzondere omstandigheden kan een uitzondering worden gemaakt op het uitgangspunt dat aan beroepstermijnen strikt de hand moet worden gehouden. Deze schuldsaneringszaak betrof een geval waarin (i) verzoeker in eerste aanleg niet werd bijgestaan door een advocaat en (ii) niet bleek dat hem de precieze dag van de uitspraak was medegedeeld, had het Hof behoren te onderzoeken of de uitspraak van de rechtbank als gevolg van een niet aan verzoeker toe te rekenen fout of verzuim pas na afloop van de termijn voor het instellen van hoger beroep aan hem is toegezonden of verstrekt. (meer…)

HR 14 juni 2013, LJN BZ7459

Uit het wettelijk stelsel van de schuldsanering volgt dat de omstandigheid dat de schuldenaar in de nakoming van een of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten, alleen dan reden mag zijn om hem de “schone lei” te onthouden indien de tekortkoming hem kan worden toegerekend. (meer…)

Cassatieblog.nl