Geen uitleg pandakte nodig voor bepaling stil verpande vorderingen in de pandakte
HR 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1841 (Holding BV/Heijmans Infra BV)
De maatstaf die geldt voor de uitleg van de pandakte dient onderscheiden te worden van de maatstaf die geldt bij de vraag of een vordering krachtens die pandakte stil is verpand. (meer…)
Schending hoor en wederhoor doordat hof onverwacht over ‘geschorst’ deel van het geding beslist
HR 6 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1917 (X/Y en mr. Brouns q.q.)
1. Wanneer de curator niet verschijnt om de procedure over te nemen ten aanzien van de vorderingen die vallen onder art. 28 Fw, heeft de eiser/geïntimeerde geen recht op ontslag van instantie.
2. Door te beslissen op vorderingen waarover het hof eerder had geconstateerd dat de procedure in zoverre op grond van art. 29 Fw was geschorst, zonder geïntimeerden in de gelegenheid te stellen alsnog voor antwoord te memoreren, heeft het hof het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. (meer…)
Beoordelen van (zwaarwichtig belang bij) eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarde
HR 29 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1864; 1867; 1869; en 1870
Wanneer de werkgever zich beroept op een eenzijdig wijzigingsbeding, moet de rechter – met inachtneming van alle omstandigheden van het geval – beoordelen of het belang van de werkgever bij wijziging van de arbeidsvoorwaarde, ten opzichte van het belang van de werknemer bij ongewijzigde instandhouding van de arbeidsvoorwaarde, zodanig zwaarwichtig is, dat het belang van de werknemer op gronden van redelijkheid en billijkheid moet wijken voor het belang van de werkgever. (meer…)
Oneerlijke wijzigingsbedingen in hypotheekvoorwaarden?
HR 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1830
(i) De beoordeling of een beding oneerlijk is in de zin van Richtlijn 93/13/EEG moet worden verricht met inachtneming van alle relevante omstandigheden ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst. Daartoe behoren ook de overige voorwaarden van de overeenkomst. Dat het beding onvoldoende duidelijk is, is bij de oneerlijkheidsbeoordeling een belangrijke factor, maar maakt het beding niet zonder meer oneerlijk. Voor de oneerlijkheidstoetsing mag géén acht worden geslagen op de omstandigheid dat een beroep op het beding in een concreet geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn;
(ii) Punt 2.b van de Bijlage bij Richtlijn 93/13/EEG bepaalt dat de plaatsing van eenzijdige wijzigingsbedingen op de indicatieve lijst niet verhindert dat financiële dienstverleners vanwege een geldige reden de rentevoet wijzigen, indien zij de consument daarvan onmiddellijk op de hoogte stellen en deze dan vrij is de overeenkomst op te zeggen. Deze bepaling brengt mee dat het beding voldoende moet verzekeren dat de consument bij een wijziging tijdig over de informatie kan beschikken die hij nodig heeft om op de meeste geëigende wijze op zijn nieuwe situatie te reageren. Daarom moeten de voorwaarden die in deze bepaling worden genoemd (een geldige reden, onmiddellijke kennisgeving en de opzegbevoegdheid) in de overeenkomst zijn vastgelegd. (meer…)
Alcohol- en drugstesten door werkgever verenigbaar met Arubaanse grondrechten?
HR 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1834
Aan de in art. I.3 en I.16 lid 1 van de Staatsregeling van Aruba opgenomen grondrechten komt als zodanig geen directe werking toe in verhoudingen tussen burgers onderling. Beperkingen van de uitoefening van deze grondrechten kunnen daarom in beginsel door partijen worden overeengekomen. De door partijen gesloten overeenkomst waarin de werknemer aan de werkgever toestemming geeft voor het uitvoeren van alcohol- en drugstesten, is dan ook verenigbaar met deze grondrechten. (meer…)
Recente berichten
- Cassatievlog #118 | ‘Eerste aflossing’ ex art. 349a lid 1 Fw
- Wat is de ‘eerste aflossing’ in de zin van art. 349a lid 1 Fw?
- De Staat is belanghebbende in een procedure ex art. 1:26 BW tot erkenning van buitenlandse adoptiebeslissing
- Geen gratie na veroordeling voor een verjaard feit
- Man die zijn echtgenote in ontoerekeningsvatbare toestand om het leven brengt, is niet onwaardig om te erven – maar erft toch niet
- De afwijzing van een verzoek om als belanghebbende te worden aangemerkt in de zin van art. 798 lid 1 Rv is een einduitspraak, waarvan hoger beroep of cassatieberoep openstaat
- Rechtsmacht Nederlandse rechter op grond van art. 7 lid 1 Brussel II-ter
- Voor inbezitneming van ‘publieke grond’ geldt geen afzonderlijke maatstaf
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (326)
- Arbeidsrecht (226)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (67)
- Erfrecht (38)
- Europees recht (86)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (92)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (76)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (200)
- Intellectuele-eigendomsrecht (115)
- Internationaal privaatrecht (81)
- Internationaal publiekrecht (25)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (177)
- Pensioenrecht (23)
- Personen- en familierecht (210)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (27)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (135)
- Privacy -AVG (4)
- Proces- en beslagrecht (847)
- Strafrecht (7)
- Verbintenissenrecht (291)
- Vermogensrecht algemeen (85)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (76)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (119)