Wat wist de wederpartij wanneer? Inzage in e-mails uit overnameperiode
HR 24 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:119
Onbegrijpelijk oordeel van het hof dat inzagevordering voor e-mails rond een bedrijfsovername in hoger beroep niet meer aan de orde was. Als na verwijzing de inzagevordering wordt toegewezen, mag de eisende partij alsnog haar stellingen aanvullen als de inzage daartoe aanleiding geeft. (meer…)
Nietigheid (tussen)arrest na defungeren raadsheer
HR 13 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1940
Dit arrest vormt een vervolg op HR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1408 (besproken in CB 2019-122), waarin de vraag centraal stond of het tussenarrest van het hof is gewezen voor of na het defungeren van een van de raadsheren. Inmiddels is gebleken dat het tussenarrest ná het defungeren is gewezen. Na het defungeren kon de betreffende raadsheer echter niet meer als raadsheer worden aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat het tussenarrest op grond van art. 5 lid 2 RO (in verbinding met art. 6 lid 2 RO en art. 16 lid 1 Rv) nietig is. Nu het eindarrest van het hof daarop voortbouwt, kan ook dat arrest niet in stand blijven. (meer…)
Maakt de in een sociaal plan opgenomen ‘aftoppingsregeling’ verboden leeftijdsonderscheid?
HR 24 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:114
Het oordeel van het hof over de passendheid en noodzakelijkheid van de aftoppingsregeling berust niet op een afweging in redelijkheid van de gestelde, ter zake dienende omstandigheden. Daarnaast heeft het hof de passendheid en noodzakelijkheid van de aftoppingsregeling in algemene zin beoordeeld en dus niet in het licht van alle met die regeling nagestreefde legitieme doelen. De Hoge Raad vernietigt. (meer…)
WSNP: verzet tegen griffierecht in cassatie
HR 13 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1947
De indiening van een verzoek tot verkorting van de duur van de wettelijke schuldsaneringsregeling door de gesaneerde valt onder de uitzondering van art. 4 lid 2 Wgbz, wat betekent dat de gesaneerde voor deze procedure geen griffierecht is verschuldigd. (meer…)
Beroepsaansprakelijkheid advocaat en appelprocesrecht
HR 17 januari 2020 ECLI:NL:HR:2020:61
Een advocaat hoeft bij zijn dienstverlening met betrekking tot een voorgenomen financiële transactie geen rekening te houden met mogelijke belangen van derden, tenzij hij uit de hem door de cliënt verschafte gegevens of de overige omstandigheden van het geval redelijkerwijs behoort af te leiden dat zodanige, gerechtvaardigde, belangen door de van hem gevraagde dienstverlening op onaanvaardbare wijze kunnen worden geschaad. Over de reikwijdte van de bevoegdheid van de appelrechter om de zaak na vernietiging van een tussenvonnis zelf af te doen, overweegt de Hoge Raad als volgt. Het maken van deze afweging is aan de appelrechter, en wordt niet begrensd door de keuzevrijheid van de geïntimeerde om ofwel ook zelf dadelijk hoger beroep in te stellen ofwel daarmee te wachten totdat een later tussen- of eindvonnis is gewezen. Partijen moeten bij de afweging om zelf al dan niet dadelijk incidenteel hoger beroep in te stellen en bij het weergeven van hun stellingen rekening houden met de mogelijkheid dat de appelrechter van deze bevoegdheid gebruik zal maken. Deze blog bespreekt beide aspecten en bevat een korte samenvatting. (meer…)
Recente berichten
- Cassatievlog #097 | Geen klachtplicht bij interne bestuurdersaansprakelijkheid
- Is een werkgever(sorganisatie) gehouden tot cao-onderhandelingen met een vakbond?
- Kan een houder van certificaten van aandelen die is onderworpen aan sancties vergader- en stemrechten uitoefenen?
- Aansprakelijkheid van een ouder in hoedanigheid van curator voor een mishandeling door haar kind
- Tekortschietende motivering persoonlijke aansprakelijkheid architect
- Meerekenen inkomsten uit zwart werk bij begroten schade door verlies arbeidsvermogen
- Cassatievlog #096 | Begroting van schade: doen inkomsten uit zwart werk mee?
- Uitleg van het dictum en het beginsel van hoor en wederhoor
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (321)
- Arbeidsrecht (217)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (64)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (84)
- Financieel recht (50)
- Goederenrecht (89)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (67)
- Insolventierecht (197)
- Intellectuele-eigendomsrecht (112)
- Internationaal privaatrecht (78)
- Internationaal publiekrecht (24)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (174)
- Pensioenrecht (21)
- Personen- en familierecht (199)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (25)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (131)
- Privacy -AVG (3)
- Proces- en beslagrecht (810)
- Strafrecht (3)
- Verbintenissenrecht (279)
- Vermogensrecht algemeen (82)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (73)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (113)