Wvggz: geen voorrang Wvggz bij plaatsing in FPC
HR 2 februari ECLI:NL:HR:2024:160
Bij een opname van een betrokkene in een FPC ter uitvoering van een zorgmachtiging als bedoeld in art. 6:4 lid 3 en 4 Wvggz, zijn de Wvggz en de op grond van de Wfz en de Bvt toepasselijke huisregels en beheersbevoegdheden naast elkaar van toepassing. (meer…)
Gelden de regels voor planschade ook voor art. 40e (oud) Ow?
HR 26 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:85 en ECLI:NL:HR:2024:95 en 96
De Hoge Raad heeft beslist dat in het kader van de toepassing van art. 40e (oud) Ow de (beperkende) criteria die door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State worden toegepast ten aanzien van planschadevergoeding ook gelden. (meer…)
Vernietiging van een aandelenoverdracht wegens dwaling
HR 9 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:208 (Rookie B.V. / ABC Hekwerk Participaties B.V.)
Als een overeenkomst van koop van aandelen wordt vernietigd wegens een wilsgebrek, brengt de enkele omstandigheid dat de verkoper de aandelen al heeft overgedragen aan de koper, nog niet mee dat de gevolgen van de overeenkomst bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt als bedoeld in art. 3:53 lid 2 BW. Evenmin is het enkele feit dat een partij wordt benadeeld door de vernietiging voldoende grond om art. 3:53 lid 2 BW toe te passen. (meer…)
Cassatievlog #087 | Het gehomologeerde akkoord en de rentevordering
HR 9 februari 2024 ECLI:Nl:HR:2024:210
Het gehomologeerde akkoord is voor bepaalde schuldeisers verbindend. Als hun vorderingen als gevolg van het akkoord onvoldaan blijven, zijn deze vorderingen niet afdwingbaar. In deze zaak gaat het over de vraag of ook rente die ná de faillietverklaring is verschenen, onder het gehomologeerde akkoord valt. Dat is van belang voor de afdwingbaarheid van deze rentevordering na beëindiging van het faillissement. In deze prejudiciële beslissing geeft de Hoge Raad antwoord op deze vraag.
Maartje Möhring bespreekt in dit vlog de uitspraak van de Hoge Raad in drie minuten.
Cassatievlog #087 is ook als podcast beschikbaar.
De ‘duidelijk- en ondubbelzinnigheidsmaatstaf’ geldt niet bij opzegging door de werkgever
HR 26 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:111
Bij de beoordeling of de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, geldt niet de eis dat sprake is van een daarop gerichte duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer. (meer…)
Recente berichten
- Moest het hof alle appartementseigenaars oproepen?
- Interlandelijke adoptie
- Mediationclausule kán bindend zijn, maar uitleg is doorslaggevend
- Cassatievlog #104 | CAO-norm bij onduidelijk beding
- Mest/waterafscheider en meerwerk: wanneer kunnen extra kosten in rekening worden gebracht?
- Instemming als levensgezel bij kunstmatige bevruchting
- Omgang met mogelijk verschoningsgerechtigde gegevens
- Over de uitleg van een garantie, de omzettingsverklaring en verwijzing naar de schadestaatprocedure
Dossiers
- Aanbestedingsrecht (12)
- Aansprakelijkheid en schadevergoeding (323)
- Arbeidsrecht (219)
- Bijzondere overeenkomsten (47)
- Caribisch recht (Aruba, Curaçao en Sint Maarten, BES) (66)
- Erfrecht (36)
- Europees recht (84)
- Financieel recht (51)
- Goederenrecht (90)
- Grondrechten en mensenrechten (63)
- Hoge Raad Algemeen (59)
- Huurrecht (75)
- Huwelijksvermogensrecht (68)
- Insolventierecht (197)
- Intellectuele-eigendomsrecht (114)
- Internationaal privaatrecht (79)
- Internationaal publiekrecht (24)
- Kooprecht (14)
- Mededingingsrecht (20)
- Ondernemingsrecht (102)
- Onteigeningsrecht (71)
- Overheidsrecht (176)
- Pensioenrecht (22)
- Personen- en familierecht (204)
- Prejudiciële uitspraken HvJEU (25)
- Prejudiciële vragen Hoge Raad (132)
- Privacy -AVG (3)
- Proces- en beslagrecht (820)
- Strafrecht (5)
- Verbintenissenrecht (288)
- Vermogensrecht algemeen (83)
- Vervoersrecht (26)
- Verzekeringsrecht (74)
- Wetgeving cassatierechtspraak (13)
- Wvggz – Wzd (Wet Bopz oud) (116)