Selecteer een pagina

Alle berichten met de tag: BW art. 7:17


HR 16 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1870

De mededelingsplicht van de verkoper prevaleert boven de eventuele onderzoeksplicht van de koper. Verder staat een geringe omvang van gebreken aan een goed op zichzelf niet in de weg aan non-conformiteit, evenmin als de omstandigheid dat de gebreken zijn verholpen. (meer…)

HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1101

(i) Partijen kunnen nader zijn overeengekomen in welke gevallen sprake is van ‘niet aan de overeenkomst beantwoorden’ in de zin van art. 7:17 BW. Of dat het geval is, is een kwestie van uitleg van de overeenkomst.

(ii) Art. 7:15 BW heeft geen betrekking op het niet of moeilijk incasseerbaar zijn van een overgedragen vordering als gevolg van (gehele of gedeeltelijke) nietigheid of vernietigbaarheid van de overeenkomst waaruit die vordering voortvloeit. Een dergelijke eigenschap van een overgedragen vordering is geen bijzondere last of beperking in de zin van art. 7:15 BW.  (meer…)

HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1176

Kopers mogen er in beginsel van uitgaan dat de meetinstructie is gehanteerd en dat de in de verkoopinformatie genoemde woon- of gebruiksoppervlakte dus overeenkomt met de netto woonoppervlakte van de woning. (meer…)

HR 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2884, ECLI:NL:HR:2016:2885 en ECLI:NL:HR:2016:2877

(1) De agrarische bestemming van een woning is geen bijzondere last of beperking in de zin van art. 7:15 BW. (2) Bij de toepassing van art. 7:17 BW kan (anders dan bij art. 7:15 BW) van belang zijn of de verkoper er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat de koper zelf onderzoek zou verrichten. (3) Een uit schending van de mededelingsplicht voortvloeiende schadevergoedingsverplichting van de verkoper kan op de voet van art. 6:101 lid 1 BW worden verminderd indien de onjuiste voorstelling van zaken mede is te wijten aan de koper. (meer…)

HR 9 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1077 (ABN Amro/Botersloot C.V.)

Als een koper een aanvankelijk geconstateerd gebrek aan een door hem gekochte zaak voor lief neemt, en later ontdekt dat het gebrek van groter omvang of van andere aard is dan hij aanvankelijk dacht, kan aan een beroep op dat gebrek in de weg kan staan dat hij na zijn aanvankelijke ontdekking geen nader onderzoek heeft gedaan of laten doen, terwijl dat in de omstandigheden van het geval redelijkerwijs van hem kon worden verwacht. Het is aan de verkoper zich daarop te beroepen. De rechter mag, bij beantwoording van de vraag of de koper tijdig aan zijn klachtplicht heeft voldaan, aanknopen bij het gebrek waarop de koper zich beroept. Hij hoeft in het kader van de vraag wanneer de klachttermijn is aangevangen, niet (onafhankelijk van het partijdebat) te onderzoeken of de zaak de eigenschappen bezit die de koper op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. (meer…)

Cassatieblog.nl