HR 29 maart 2013, LJN BZ0173 (FPO/Belterwiede en Reaal)
Het zelfstandige cassatieberoep dat de in hoger beroep gevoegde partij in deze zaak heeft ingesteld, is niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van belang. (meer…)
Alle berichten van: Karlijn Teuben
HR 29 maart 2013, LJN BZ0173 (FPO/Belterwiede en Reaal)
Het zelfstandige cassatieberoep dat de in hoger beroep gevoegde partij in deze zaak heeft ingesteld, is niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van belang. (meer…)
HR 15 maart 2013, LJN BY7840
Bij een overeenkomst met een maatschap zijn de individuele maten jegens de wederpartij persoonlijk aansprakelijk voor de nakoming van de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Dit is in beginsel een aansprakelijkheid voor gelijke delen (art. 7A:1679-1681 BW). Bij aansprakelijkheid uit hoofde van een door de maatschap aanvaarde opdracht is echter iedere maat in beginsel jegens de opdrachtgever aansprakelijk voor het geheel (art. 7:407 lid 2 BW). Aan de persoonlijke aansprakelijkheid van individuele maten (met de mogelijkheid van verhaal op hun privévermogens) doet niet af dat ook de maatschap als geheel in rechte kan worden betrokken (met de mogelijkheid van verhaal op het maatschapsvermogen). (meer…)
HR 8 februari 2013, LJN BY4889 (Rabohypotheekbank N.V. c.s./X c.s.)
Een notariële akte levert alleen dan een executoriale titel in de zin van art. 430 Rv op indien deze betrekking heeft op vorderingen die op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaan en in de akte zijn omschreven, of op toekomstige vorderingen die hun onmiddellijke grondslag vinden in een op het tijdstip van het verlijden van de akte reeds bestaande en in de akte omschreven rechtsverhouding (vgl. HR 26 juni 1992, NJ 1993/449). De (standaard)hypotheekakte die de bank in dit geval heeft gehanteerd voldoet niet aan deze eisen en kan daarom niet als executoriale titel worden gebruikt voor de ‘restschuld’ die na uitwinning van het hypotheekrecht nog bestaat. (meer…)
HR 8 februari 2013, LJN BY6111 (DB Schenker/Prorail)
Een vordering tot inzage van bescheiden op grond van art. 843a Rv kan worden ingesteld in een afzonderlijk kort geding, ook tijdens een lopende bodemprocedure. (meer…)
HR 1 februari 2013, LJN BY3129
Ook bij een vaststellingsovereenkomst is een geslaagd beroep op dwaling mogelijk, in het bijzonder als sprake is van onjuiste inlichtingen of schending van een spreekplicht van de wederpartij. Aan een succesvol beroep op dwaling staat niet in de weg dat de onjuiste inlichting niet rechtstreeks aan de dwalende partij is verstrekt of niet specifiek is verstrekt in verband met de overeenkomst ten aanzien waarvan het beroep op dwaling is gedaan. (meer…)