Selecteer een pagina

Alle berichten van: Karlijn Teuben


HR 3 mei 2013, LJN BZ2907

De werknemer wiens arbeidsvoorwaarden voldoen aan de in art. 7:628a BW genoemde voorwaarden en die meerdere malen per dag wordt opgeroepen werk te verrichten, heeft over elke afzonderlijke periode van arbeid recht op loon voor een periode van minimaal drie uur. Dit wordt niet anders indien de werknemer op deze wijze voor bepaalde tijdvakken “dubbel” zou worden beloond.  (meer…)

HR 26 april 2013, LJN BZ8766 (Bruscom B.V./X)

In dit geval heeft het hof het feitencomplex dat eiseres tot cassatie aan haar vordering ten grondslag had gelegd voorshands bewezen geacht en de wederpartij toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Eiseres heeft tijdens het betreffende getuigenverhoor geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid van het horen van getuigen in contra-enquête. In een dergelijk geval is eiseres in staat geweest haar aanspraak op nadere bewijslevering ten aanzien van het betrokken feitencomplex te verwezenlijken. Heeft zij van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt, dan behoeft de rechter haar niet meer tot bewijslevering toe te laten ter zake van datzelfde feitencomplex. (meer…)

HR 19 april 2013, LJN BZ2904 (X/Maatschappij van Welstand)

Het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven schrijft bij een schriftelijk pleidooi geen maximale omvang van de pleitnotities voor. De maximale spreektijd van 30 minuten voor het mondelinge pleidooi kan niet dienen als maatstaf voor de omvang van dergelijke pleitnotities, nu aan die maximale spreektijd (ook) organisatorische overwegingen ten grondslag liggen die niet gelden bij een uitsluitend schriftelijke gedachtewisseling. (meer…)

HR 12 april 2013, LJN BY8733

Art. 5:124 BW moet aldus worden verstaan dat een vereniging van eigenaars van rechtswege ontstaat bij de splitsing van een gebouw in appartementsrechten, mits de splitsingsakte mede de akte van oprichting en de statuten van een VvE inhoudt. Dat geldt ook in het geval dat alle appartementsrechten aanvankelijk nog in één hand zijn. (meer…)

HR 5 april 2013, LJN BY9084 (Cassatie in het belang der wet)

Betekening van een exploot aan de gezamenlijke erfgenamen van een overledene, zonder vermelding van hun namen en woonplaatsen, aan de woonplaats van de overledene is alleen mogelijk indien daar nog één van de in art. 53 sub a Rv genoemde nabestaanden woont. Bij een openbare dagvaarding van de erfgenamen (art. 54 lid 2 Rv) moeten hun namen en woonplaatsen worden vermeld. Wanneer de erfgenamen noch via art. 53 Rv, noch via art. 54 Rv kunnen worden gedagvaard, kan via art. 4:204 BW om benoeming van een vereffenaar over de nalatenschap worden verzocht en kan de dagvaarding vervolgens aan deze vereffenaar worden betekend. (meer…)

Cassatieblog.nl