Alle berichten van: Mirella Peletier


HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:856

Art. 7:304 lid 2 BW moet aldus worden verstaan dat voor ontvankelijkheid van verzoeker is vereist dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de benoeming van een deskundige. Aan de inhoud van het terzake door partijen te voeren overleg zijn geen hoge eisen te stellen. Voldoende en ook noodzakelijk is dat serieus en zonder onnodige vertraging op een uitnodiging tot overleg of op voorstellen van de andere partij wordt ingegaan, zowel wat betreft de huurprijswijziging als wat betreft de eventuele benoeming van een deskundige. Worden partijen het daarover niet binnen redelijke tijd eens, of blijft een serieuze reactie (onnodig lang) uit, dan kan geconcludeerd worden dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt als bedoeld in art. 7:304 lid 2 BW. (meer…)

HR 27 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3739

Verhouding tussen de uitleg van een verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden en toepassing van beperkende werking van redelijkheid en billijkheid. Oordeel hof, dat beperkende werking van redelijkheid en billijkheid leidt tot verrekenplicht van de man op grond van artikel 1:141 lid 4 BW, in casu onvoldoende gemotiveerd. Hof heeft met aanname verrekenplicht ten laste van de man bovendien de grenzen van de rechtsstrijd in appel miskend. (meer…)

HR 12 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ8746

De in art. 3:185 lid 2 BW voorkomende opsomming van wijzen van verdeling is niet uitputtend. Een door de rechter op grond van die bepaling bepaalde wijze van verdeling kan, gelet op de aard van de rechtsverhouding tussen de deelgenoten (in casu: een met economische eigendom vergelijkbare rechtsverhouding) en de redelijkheid en billijkheid (art. 3:166 lid 3 BW) strekken tot overbedeling zonder vergoeding van de overwaarde. (meer…)

HR 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:39 (X/Mazars Bewind B.V. en Executele en Viaduin Adviezen B.V.)

Zowel naar oud als nieuw erfrecht is de executeur-testamentair, voor zover de erflater niet anders heeft beschikt, (uitsluitend) belast met het beheer van de nalatenschap. Dat gold ook voor de onder het oude recht voorkomende figuur van de boedelberedderaar. Na het eindigen van zijn taak zal de executeur ook het beheer van de nalatenschap moeten beëindigen. Verhouding art. 399 Rv en art. 31/32 Rv. HR komt terug van zijn uitspraak van 18 juni 2010, NJ 2010/389. (meer…)

HR 21 juni 2013, LJN BZ5346 (Beheer- en Beleggingsmaatschappij De Molensteen B.V./X c.s.)

Art. 7:368 en 7:369 lid 2 BW strekken ertoe dat de pachter aan de hand van de in de opzegging vermelde gronden kan bepalen of hij in de opzegging wil berusten, dan wel het op een procedure wil laten aankomen. Oordeel hof dat standpunt van verpachter in beëindigingsprocedure (ongeoorloofde) aanvulling vormt op in de opzegging vermelde grond, is onjuist noch onbegrijpelijk. (meer…)

Cassatieblog.nl