Dossier: Aansprakelijkheid en schadevergoeding


HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1280 (Eiser/Veka)

Voor het vaststellen van de omvang van de aansprakelijkheid kan, in geval van toepasselijkheid van een exoneratie boven de verzekerde som, betekenis toekomen aan de op grond van de verzekering toe te passen algemene voorwaarden. (meer…)

Het overzicht van lopende zaken vermeldt drie nieuwe zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op (1) de eisen die aan de “veertiendagenbrief” uit art. 6:96 lid 6 BW worden gesteld, (2) de mogelijkheden tot voorwaardelijke ontbinding van een arbeidsovereenkomst onder de Wet werk en zekerheid en (3) de verhouding tussen de het door de Hoge Raad aangenomen recht op verhoorbijstand (HR 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3608) en de Beleidsbrief OM. (meer…)

HR 24 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1309 (Vitesse / Provincie Gelderland)

In een schadestaatprocedure kunnen oordelen uit de hoofdprocedure niet – opnieuw of alsnog – worden bestreden. Bij het aannemen van gebondenheid van een gemeente dan wel provincie zonder instemming van het terzake volgens de wet bevoegde orgaan dient grote terughoudendheid te worden betracht. (meer…)

HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1112 (gemeente Hengelo / X)

Bij de beoordeling van een schadevordering wegens vernietigde vergunningen is niet beslissend of het College de vergunning rechtmatig had kunnen weigeren, maar welk besluit het zou hebben genomen indien het wel overeenkomstig de wet zou hebben beslist. (meer…)

HR 3 juni 2016 – ECLI:NL:HR:2016:1054 (journalist / Dahabshiil Transfer Services Ltd.)

In een geval van (gestelde) onrechtmatige internetpublicaties kan “land waar de schade zich voordoet” (art. 4 lid 1 Rome-II) worden uitgelegd als het land waar het centrum van de belangen van het slachtoffer (als bedoeld in de jurisprudentie van het HvJEU inzake de EEX-Vo.) zich bevindt. (meer…)

HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1061 (IMG / X BV)

1. Ook indien een lid van een rechtspersoon wil opkomen tegen de opzegging van zijn lidmaatschap van die rechtspersoon, sluit art. 2:15 BW een op onrechtmatige daad gebaseerde vordering niet uit. 2. Handelen in strijd met art. 2:8 lid 1 BW brengt niet zonder meer mee dat sprake is van onrechtmatig handelen. Het betreft hier verschillende normen met een open karakter die dienen te worden ingevuld aan de hand van de omstandigheden van het geval. (meer…)

Cassatieblog.nl