Dossier: Financieel recht


HR 17 november 2017 ECLI:NL:HR:2017:2904

De omstandigheid dat de Ondernemingskamer in een schadeloosstellingsprocedure ex art. 6:11 Wft deskundigen heeft benoemd, verhindert niet dat die kamer (ook) zelf getuigen hoort — ambtshalve of indien daarom wordt verzocht — indien dit voor de waardebepaling van belang is. Met doel en strekking van die procedure is echter niet verenigbaar dat het feitenonderzoek wordt doorkruist of op de uitkomst van de procedure wordt vooruitgelopen door middel van een voorlopig getuigenverhoor ten overstaan van een andere rechter dan de Ondernemingskamer. (meer…)

HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1107

Ook in de periode 1999-2003 bracht de bijzondere zorgplicht van de bank mee dat zij voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst tot hypothecair krediet met een consument inlichtingen diende in te winnen over diens inkomens- en vermogenspositie teneinde overkreditering van de consument te voorkomen. Dat deze verplichting pas nadien in regelgeving is vastgelegd, laat onverlet dat de norm al voordien tot ontwikkeling was gekomen. (meer…)

HR 19 mei 1017, ECLI:NL:HR:2017:936

De echtgenoot die een vaststellingsovereenkomst sluit over een door effectenlease- overeenkomsten veroorzaakte restschuld, bindt daarmee alleen zichzelf. De andere echtgenoot behoudt de bevoegdheid de effectenleaseovereenkomsten op grond van art. 1:89 BW te vernietigen. De verjaring van deze vernietigingsvordering wordt gestuit door een collectieve actie, ook indien de vorderingsgerechtigden niet zijn aangesloten bij de rechtspersoon die deze collectieve actie is begonnen. (meer…)

HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:773

De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over schadevergoeding bij beëindiging dan wel ontbinding van een effectenleaseovereenkomst wegens wanbetaling van een lessee en concludeert dat art. 6 van de door Dexia gehanteerde Bijzondere voorwaarden een oneerlijk beding is in de zin van de Richtlijn 93/13/EEG voor zover het betrekking heeft op de rentetermijnen die ten tijde van de beëindiging nog toekomstig waren.

(meer…)

HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:210 (X/Dexia)

Ook indien het hof van oordeel was dat in de stellingen van eiseres besloten lag dat de verbindend verklaarde WCAM-overeenkomst van toepassing is, mocht het de desbetreffende afwijzingsgrond, die niet van openbare orde is, niet ambtshalve bijbrengen. (meer…)

Het overzicht van lopende zaken vermeldt vijf nieuwe civiele zaken (afgezien van 2 fiscaal-rechtelijke zaken) waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld.  De vragen zien op (1) is artikel 6 Bijzondere voorwaarden een  beding dat op grond van Richtlijn 93/13 als oneerlijk moet worden beschouwd, (2) de invoering van de Jeugdwet en de WMO 2015, (3) kan art. 2:18 BW over omzetting van rechtspersonen overeenkomstig worden toegepast ten aanzien van kerkgenootschappen, (4) erkenning van bigamie en (5) tijdstip aanvang van de tien-jaar-termijn: het materiele einde of het formele einde van de schuldsanering. (meer…)

Cassatieblog.nl