Selecteer een pagina

Dossier: Huurrecht


HR 16 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3099 (Duinzigt / X)

Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen over zgn. verbod op dubbele bemiddelingskosten ex art. 7:427 jo. 414 lid 4 BW. Indien een bemiddelingsbureau voor woonruimte een woning, die door een verhuurder wordt aangeboden, om niet op zijn website plaatst, is in beginsel sprake van een bemiddelingsovereenkomst tussen bemiddelingsbureau en verhuurder. Op die overeenkomst is de regeling van artikel 7:427 jo. 414 lid 4 BW van toepassing, zodat aan de consument-huurder in dat geval geen bemiddelingskosten in rekening mogen worden gebracht. (meer…)

HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2193

Een redelijke toepassing van art. 7:267 BW brengt mee dat de rechter de bevoegdheid heeft om, in verband met de omstandigheden van het geval, een verzoek ter verkrijging van medehuurderschap  toe te wijzen ook na de beëindiging van de duurzame gemeenschappelijke huishouding, mits dat verzoek zo spoedig na die beëindiging is gedaan als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kan worden gevergd. (meer…)

Diverse rechtbanken en hoven hebben in de afgelopen maanden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen. Het overzicht van de Hoge Raad van lopende zaken vermeldt zeven aanhangige procedures. Twee daarvan zijn eerder op cassatieblog vermeld (CB 2014-145 en CB 2014-149) De andere vijf vragen bestrijken vragen op het terrein van contractuele incassokosten, collectieve stuitingshandelingen, bemiddelingskosten bij verhuur, de omzetting van faillissement in schuldsanering en de status van de regresvordering van de borg in faillissement. (meer…)

HR 9 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:42 (Doka/mr. Kalmijn q.q.)

In antwoord op een prejudiciële vraag beslecht de Hoge Raad een faillissementsrechtelijke controverse: art. 39 Fw, dat tussentijdse beëindiging van huurovereenkomsten in geval van faillissement mogelijk maakt en de huurprijs tot boedelschuld bestempelt, geldt gelet op de tekst en de ratio ervan ook voor de huur van roerende zaken. (meer…)

HR 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1681

Voor kwalificatie als steunvordering is voldoende dat een vordering ter verificatie kan worden ingediend. Een toekomstige vordering kan niet als steunvordering dienen. Hetzelfde geldt voor de verplichting om huurgenot te verschaffen op grond van een lopende huurovereenkomst, zolang de huurder het huurgenot heeft. Reikwijdte Nebula-arrest (HR 3 november 2006, NJ 2007/155). (meer…)

HR 25 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:1018 (Aldi Vastgoed B.V./Verweerster)

Opzegging door rechtsopvolger van verhuurder van huurovereenkomst 290-bedrijfsruimte die ex art. 7:300 lid 1 BW voor onbepaalde tijd is voortgezet. Wachttijdregeling ex art. 7:296 lid 2 BW toepasselijk? Hoge Raad verwerpt cassatieberoep, strekkende tot een terugkomen op zijn arrest van 24 september 2010, NJ 2010/649 (Toko Mitra/PMT). (meer…)

Cassatieblog.nl