Alle berichten met de tag: BW art. 3:305a


HR 10 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1534

De partij die zich als belangenorganisatie wenst te voegen aan de zijde van de oorspronkelijke gedaagde in een procedure op de voet van art. 3:305a BW hoeft daarvoor niet te voldoen aan alle eisen die dat wetsartikel stelt.
Wel kleurt art. 3:305a BW het op grond van art. 217 Rv vereiste belang bij voeging. (meer…)

HR 14 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:388

(i) Van dezelfde gebeurtenis(sen) en gelijksoortige feitelijke en rechtsvragen (art. 1018d lid 1 Rv) kan ook sprake zijn bij een collectieve vordering die deels tegen andere rechtspersonen is gericht of wordt ingesteld ten behoeve van een (gedeeltelijk) andere achterban dan de eerdere collectieve vordering.

(ii) De termijnverlenging in art. 1018d lid 2 Rv geldt alleen voor de rechtspersoon die om die verlenging heeft verzocht en heeft dus geen algemene werking.

(iii) Een mede-eiser die zich wat betreft de ontvankelijkheid van eiser schaart bij de wederpartij is geen wederpartij wat betreft de kostenveroordeling.

(meer…)

HR 21 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:321

(i) De Staat is niet verplicht om anticonceptie kosteloos te maken voor vrouwen ouder dan 18 jaar.

(ii) De gegevens die bij een collectieve actie ex art. 3:305a BW op grond van art. 1018c Rv in de dagvaarding moeten worden opgenomen, hoeven niet ook te worden opgenomen in de appeldagvaarding of de procesinleiding in cassatie. Ook hoeven deze processtukken niet te worden aangetekend in het centraal register.

(meer…)

HR 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:347 (Stichting Music#MeToo / Warner Music Benelux B.V)

Moet een belangenvereniging die een collectieve actie wil instellen voor een voorlopig getuigenverhoor ook aan de eisen van art. 3:305a BW voldoen? En is het oude of het nieuwe art. 3:305a BW van toepassing? Martijn Scheltema licht dit in 3 minuten toe aan de hand van een recente uitspraak van de Hoge Raad.

Cassatievlog #013 is ook als podcast beschikbaar.

HR 11 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:347 (Stichting Music#MeToo / Warner Music Benelux B.V.)

Wanneer de voorgenomen vordering een collectieve actie is als bedoeld in art. 3:305a BW, kan het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor worden afgewezen wegens onvoldoende belang als onvoldoende aannemelijk is dat de verzoeker voldoet aan de vereisten van art. 3:305a BW. (meer…)

Cassatieblog.nl