Dossier: Insolventierecht


HR 26 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1988 (Staat/V.)

Onder schuldeiser valt in de Faillissementswet te verstaan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon. Vorderingen van organen en onderdelen van de Staat die geen rechtspersoonlijkheid bezitten, zoals de ontvanger en de belastingdienst, hebben voor de toepassing van de Faillissementswet te gelden als vorderingen van een en dezelfde schuldeiser, de Staat. Er is geen grond om hierop een uitzondering te maken voor organen of onderdelen van de Staat die organisatorisch, budgettair of begrotingstechnisch in vergaande mate zelfstandig zijn. (meer…)

HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1799 (LM Vermietungs Gmbh / Van Boven q.q.)

De uitsluiting van hoger beroep tegen een door de rechter-commissaris op de voet van art. 176 Fw gegeven beschikking ziet uitsluitend op de procedure waarin de curator toestemming heeft verzocht om tot onderhandse verkoop van goederen over te gaan en de rechter-commissaris die toestemming heeft verleend. Deze uitsluiting ziet dus niet op het geval dat een schuldeiser opkomt tegen de handeling waartoe de curator het voornemen heeft, zelfs als de curator eerder toestemming van de rechter-commissaris heeft verkregen. (meer…)

HR 6 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1100

Een uitspraak dat de curator op de voet van art. 27 lid 3 Fw het geding van de gefailleerde heeft overgenomen, houdt tevens de vaststelling in dat de gefailleerde buiten het geding is gesteld en heeft te gelden als een einduitspraak. Tegen die uitspraak staat voor de gefailleerde cassatieberoep open. In het geval dat het ging om een procedure waarin de gefailleerde in verzet was gekomen tegen de faillietverklaring van een derde, kan op grond van art. 12 Fw gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld. (meer…)

HR 22 juni 2018  ECLI:NL:HR:2018:982

Indien tijdens de instantie waarin een schorsingsgrond zich aandient, geen toepassing wordt gegeven aan art. 225 Rv en het geding op naam van de oorspronkelijke partijen wordt voortgezet, kan in een volgende instantie niet alsnog op die grond schorsing van het geding worden ingeroepen.  (meer…)

HR 25 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:774

1. Het uitgangspunt dat de rechter slechts mag beslissen aan de hand van stukken tot kennisneming waarvan en uitlating waarover aan partijen voldoende gelegenheid is gegeven, lijdt uitzondering ingeval een partij afstand doet van de in het beginsel van hoor en wederhoor gelegen bescherming. Die afstand kan onder meer besloten liggen in een afspraak tussen de rechter en de partijen dat zij zich na de mondelinge behandeling – waarna de behandeling van een zaak in beginsel is gesloten – nog nader schriftelijk mogen uitlaten.
2. Als, in het hoger beroep tegen een faillietverklaring, een derde heeft toegezegd de steunvorderingen te zullen voldoen als de vernietiging wordt uitgesproken, bestaan de steunvorderingen dus nog ten tijde van de beslissing van de appelrechter op de faillissementsaanvraag en is dan dus nog steeds voldaan aan het pluraliteitsvereiste.
3. Het voldoen aan het pluraliteitsvereiste is een noodzakelijke, maar niet een voldoende voorwaarde om te kunnen aannemen dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. (meer…)

Cassatieblog.nl