Selecteer een pagina

Dossier: Insolventierecht


HR 15 maart 2019 ECLI:NL:HR:2019:377 

Bij beëindiging van de schuldsaneringsregeling door toekenning van een schone lei, is een vordering ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan is gebleven, niet langer afdwingbaar (art. 358 lid 1 Fw). Omdat de schuldenaar van degene aan wie de schone lei is toegekend niet bevoegd is als schuldeiser de nakoming van een dergelijke vordering af te dwingen, is hij betrekking met die vordering niet bevoegd om zich op verrekening te beroepen. De ratio van de toekenning van de schone lei staat daarbij in de weg aan analoge toepassing van art. 6:131 lid 1 BW. Wel kan een beroep op niet-verrekenbaarheid wegens niet-afdwingbaarheid van de vordering, wegens de bijzondere omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. (meer…)

HR 22 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:274

Als een curator op grond van art. 27 lid 3 Fw het geding overneemt van een gefailleerde, wordt de gefailleerde buiten het geding gesteld. Dit betekent dat de gefailleerde geen procespartij meer is en dus ook geen cassatieberoep tegen een uitspraak van het hof kan instellen. De curator die het geding heeft overgenomen kan dat wel. (meer…)

Het overzicht van prejudiciële zaken vermeldt weer een aantal nieuwe civiele zaken waarin op grond van art. 392 Rv prejudiciële vragen aan de Hoge Raad zijn gesteld. De vragen zien op de volgende kwesties: (1) zijn de vennoten van een vof bij een door de vof gesloten arbeidsovereenkomst ieder afzonderlijk werkgever, (2) de reikwijdte art. 6:228 BW bij het afsluiten van een rentederivaat, (3) het bestaan en de omvang van aansprakelijkheid voor materiële en immateriële schade als gevolg van gaswinning in het Groningerveld en (4) geldt het in de BPR opgegeven briefadres als gekozen woonplaats.

(meer…)

HR 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:54

Deze zaak betreft de vraag of in Nederland de erkenning van het in Rusland uitgesproken faillissement van Yukos (verweersters in cassatie) kan worden geweigerd wegens strijd met de openbare orde. Eerder oordeelde de Hoge Raad (en ook andere rechtbanken en hoven) over andere aspecten van dit faillissement, maar de hoofdvraag over erkenning is nog niet aan de orde gekomen. De kogel is nu door de kerk: het faillissement wordt in Nederland niet erkend.  (meer…)

HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2422

Een schuldeiser als bedoeld in art. 482, tweede lid Rv, kan zijn vordering ook nog na de in dat artikel bedoelde termijn aanmelden mits hij daarbij een redelijk belang heeft en hij de daardoor veroorzaakte kosten en schade voor zijn rekening neemt en deze tot een door de rechter-commissaris voorlopig te begroten bedrag onverwijld stort bij de bewaarder van de executieopbrengst. Dat geldt tot het moment van sluiting van het proces-verbaal van verdeling en ongeacht of de schuldeiser al eerder een vordering heeft aangemeld. (meer…)

HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2220 (De Vijf Musketiers/curatoren)

Art. 27 Fw biedt de wederpartij van een failliet zonder meer het recht schorsing van de procedure te vorderen om de curator in het geding te roepen. Een afweging van belangen in verband met een eventuele zekerheidsstelling voor de proceskosten komt pas aan de orde indien de curator zou beslissen de procedure niet over te nemen en de andere partij om ontslag van instantie verzoekt. (meer…)

Cassatieblog.nl