Dossier: Proces- en beslagrecht


HR 23 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:969

Juiste toepassing van art. 8 Rome I vereist dat de rechter het beschermingsniveau van dwingendrechtelijke regels van het objectief toepasselijke recht vergelijkt met dat van het gekozen recht en vervolgens die regels van het objectief toepasselijke recht toepast, indien het beschermingsniveau waarin die regels voorziet hoger ligt. (meer…)

HR 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1073

Het enkele feit dat geïntimeerden door een gebrek in het herstelexploot pas ruim twee weken na het einde van de appeltermijn kennis hebben genomen van het ingestelde hoger beroep, betekent als zodanig niet dat zij door dit gebrek onredelijk in hun belangen zijn geschaad. (meer…)

HR 26 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:784 (K./V.)

De Hoge Raad komt terug van het arrest F./KSN.

Voor zover tegen een uitspraak geen rechtsmiddel wordt ingesteld, gaat die uitspraak in kracht van gewijsde. Als (het niet bestreden deel van) de uitspraak berust op een beslissing over de rechtsbetrekking in geschil, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van (dat deel van) de uitspraak gezag van gewijsde. Dit brengt mee dat de partij die nadeel ondervindt van die beslissing, voldoende belang kan hebben bij een rechtsmiddel tegen de uitspraak, ook al vindt zij daartoe in de uitkomst van het geding in eerdere aanleg geen aanleiding. Ziet de betrokken partij daarvan af, maar stelt de andere partij wel een rechtsmiddel tegen de uitspraak in, dan kan het gezag van gewijsde van de beslissing over de rechtsbetrekking in geschil worden ingeroepen voor zover die beslissing bij de beoordeling van het rechtsmiddel van belang is. Wordt op het gezag van gewijsde geen beroep gedaan, en komt de rechter tot een ander oordeel over de rechtsbetrekking in geschil, dan kan dat leiden tot tegenstrijdige beslissingen over die rechtsbetrekking. Die mogelijkheid is evenwel inherent aan een stelsel waarin het uitgangspunt is dat partijen bepalen welke geschilpunten zij aan de rechter voorleggen en tegen welke uitspraak (of deel daarvan) zij een rechtsmiddel aanwenden, en waarin het gezag van gewijsde niet ambtshalve wordt toegepast (art. 236 lid 3 Rv). De Hoge Raad ziet daarin geen aanleiding meer om aan de geïntimeerde/verweerder op die grond de devolutieve werking van het hoger beroep te ontzeggen.

(meer…)

HR 16 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:918

(i) Een schuldeiser is bevoegd om geheel of gedeeltelijk af te zien van het meedelen in een executie-opbrengst, ook als dat tot een andere verdeling leidt dan uit art. 3:277 lid 1 BW voortvloeit. Hiervoor is geen instemming van de schuldenaar of medeschuldeisers vereist.
(ii) Als de vernietiging van een in hoger beroep bestreden vonnis berust op een wijziging van omstandigheden, moet de rechter in hoger beroep nagaan of de rechter in eerste aanleg ten tijde van zijn vonnis terecht tot zijn beslissing is gekomen. (meer…)

Cassatieblog HR 2 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:830 (SolidNature c.s. / verweerder)

Bij een bewijsbeslag en opvolgende vordering tot inzage op grond van art. 843a Rv kan in voorkomend geval aan de hand van een (combinatie van) zoektermen worden afgebakend welke bescheiden voldoen aan de eisen van bepaaldheid en rechtmatige belang bij inzage. (meer…)

Cassatieblog.nl