Dossier: Verbintenissenrecht


 HR 28 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:80

 De curator kan hetgeen na het intreden van het faillissement aan een schuldeiser is betaald op de voet van art. 23 Fw slechts terugvorderen voor zover die betaling resulteert in een vermindering van het actief van de boedel, dan wel in een vermeerdering van het passief van de boedel. Daarvan is in dit geval geen sprake. (meer…)

HR 28 januari 2022 ECLI:NL:HR:2022:80 (Royal FloraHolland U.A. / Wittekamp q.q.)

Jerre de Jong behandelt in 3 minuten een belangrijke uitspraak over de terugvordering van betalingen door een curator. Kan een curator een girale betaling die daags na faillissement is verricht als onverschuldigd terugvorderen van de schuldeiser? Dit kan alleen als daardoor het actief van de boedel is verminderd of het passief is vermeerderd.

 

Cassatievlog #006 is ook als podcast beschikbaar.

HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1978

 Dat verhuurders gedurende een periode toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichting om het huurgenot te verschaffen, brengt niet zonder meer mee dat de door huurder gevorderde schadevergoeding toewijsbaar is. Daarvoor is ook vereist dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat huurder door die tekortkoming schade heeft geleden. In het oordeel van het hof ligt besloten dat huurder onvoldoende heeft toegelicht dat de mogelijkheid om het gehuurde in de betreffende periode te gebruiken voor haar nog waarde had. (meer…)

HR 10 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1848

Een verplichting tot het doen van rekening en verantwoording kan ontstaan krachtens de wet, krachtens rechtshandeling of krachtens ongeschreven recht. Of zo’n verplichting krachtens ongeschreven recht ontstaat, hangt sterk af van de omstandigheden van het geval. In dit arrest noemt de Hoge Raad enkele omstandigheden die van belang kunnen zijn.

(meer…)

HR 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1725

Airbnb is een bemiddelaar in de zin van art. 7:425 BW. Het verbod van art. 7:417 lid 4 BW om bij zowel de huurder als de verhuurder bemiddelingskosten in rekening te brengen, geldt echter niet voor de verhuur zoals die op het platform van Airbnb plaatsvindt (kortetermijnverhuur voor niet-bewoningsdoeleinden). Airbnb handelt ook niet in strijd met de Richtlijn oneerlijke bedingen of de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken door bij de huurder bemiddelingskosten in rekening te brengen.

(meer…)

Cassatieblog.nl