Dossier: Verzekeringsrecht


HR 11 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:166

De verzekeringnemer van een beleggingsverzekering kan aanspraak hebben op de rechtsbescherming van het burgerlijke recht – in aanvulling op de bescherming die voortvloeit uit het Europese recht – ook in een geval waarin de verzekeraar de informatieplichten van (het Europeesrechtelijke) art. 31 lid 3 DLR heeft nageleefd. (meer…)

HR 28 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:81

Bij de beoordeling of sprake is van ‘redelijke kosten’ die worden gemaakt voor het vaststellen van de omvang van de schade in de zin van art. 7:959 BW moet de dubbele redelijkheidstoets worden toegepast. Hiervan mag niet ten nadele van de consument worden afgeweken. Het vergoeden van kosten voor een contra-expert die door de verzekerde wordt ingeschakeld om de omvang van de schade vast te stellen, mag daarom niet afhankelijk worden gesteld van de vraag of die contra-expert aan bepaalde door de verzekeraar voorgeschreven (kwaliteits)eisen voldoet. Een beding in de algemene voorwaarden waarin dat wel gebeurt, is onredelijk bezwarend. (meer…)

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1535

Bij het clusteren van geneesmiddelen en het op basis daarvan vaststellen van een vergoedingslimiet is de minister niet gebonden aan de indicatie waarvoor een geneesmiddel is geregistreerd. Geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof kunnen in hetzelfde cluster worden geplaatst, ook al zijn ze voor verschillende indicaties geregistreerd.

(meer…)

HR 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1523

Van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan om te bepalen of het in een verzekeringsovereenkomst verlangde causale verband aanwezig is, hangt in de eerste plaats af van wat partijen daaromtrent zijn overeengekomen. Als de overeenkomst niet inhoudt van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan, is de rechter niet gehouden de aanwezigheid van dat causale verband in beginsel aan de hand van de leer van de dominant cause te onderzoeken. Het hof heeft dit miskend, althans zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad legt de verzekeringsovereenkomst echter alsnog zelf in het nadeel van eisers uit. (meer…)

HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1111

Het is een zorgverzekeraar toegestaan om, in het geval de minister verschillende doseringen van dezelfde werkzame stof als verzekerde geneesmiddelen heeft aangewezen, slechts één of enkele van die doseringen te vergoeden (als preferent aan te wijzen). Indien de arts om medische redenen een ander geneesmiddel, sterkte of dosering voorschrijft, moet de apotheker dat verstrekken en moet de zorgverzekeraar dat vergoeden. (meer…)

HR 4 juni 2021 ECLI:NL:HR:2021:815

Bij de vraag van welke causaliteitsmaatstaf moet worden uitgegaan om te bepalen of het in een verzekeringsovereenkomst verlangde causale verband aanwezig is, komt het in de eerste plaats aan op wat partijen daarover zijn overeengekomen. Als de overeenkomst daarover niets regelt, is de rechter niet gehouden de aanwezigheid van het causale verband in beginsel te onderzoeken aan de hand van de leer van de dominant cause.  (meer…)

Cassatieblog.nl