HR 8 juli 2022 ECLI:NL:HR:2022:1044
Uitlevering en art. 8 EVRM: uitgangspunt is dat het belang bij uitlevering voorgaat en dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden het recht op respect voor het familie- en gezinsleven aan uitlevering in de weg kan staan; dat laat geen ruimte voor een belangenafweging.
Achtergrond
De uitleveringsrechter had de uitlevering aan de Verenigde Staten van Amerika toelaatbaar geacht van een Iraanse zakenman die op Schiphol op grond van een Amerikaans aanhoudingsbevel was aangehouden. Betrokkene woonde in Iran, waar ook zijn echtgenote en minderjarige dochter woonachtig zijn. Na de beslissing van de uitleveringsrechter heeft de Minister van Justitie en Veiligheid de uitlevering van betrokkene toegestaan.
In kort geding heeft betrokkene onder meer een verbod tot uitlevering gevorderd. De voorzieningenrechter heeft deze vordering afgewezen, het hof heeft dit vonnis vernietigd en de Staat op grond van art. 8 EVRM alsnog verboden betrokkene uit te leveren aan de Verenigde Staten.
Hoge Raad
Dit arrest blijft niet in stand. De Hoge Raad wijst er op dat het voorkomen van strafbare feiten een van de legitieme doelen is die zijn genoemd in art. 8 lid 2 EVRM. De Hoge Raad wijst vervolgens onder meer op de beslissing van het EHRM in de zaak King/VK, waaruit volgt dat uitgangspunt is dat het belang bij uitlevering voorgaat en dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden het recht op respect voor het familie- en gezinsleven aan uitlevering in de weg kan staan.
Vervolgens constateert de Hoge Raad dat het hof in zijn arrest deze maatstaf weliswaar vooropstelt, maar dat het zijn oordeel dat de uitlevering in dit geval disproportioneel zou zijn heeft gebaseerd op een afweging van de belangen van de Staat bij uitlevering en de door art. 8 EVRM beschermde belangen van betrokkene, met inachtneming van de omstandigheden van het geval. Aldus heeft het hof volgens de Hoge Raad miskend dat tot uitgangspunt dient dat het belang bij uitlevering voorgaat en dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden het recht op respect voor het familie- en gezinsleven aan uitlevering in de weg kan staan, wat geen ruimte laat voor een belangenafweging als door het hof verricht.
Volgt vernietiging en verwijzing.