De stelplicht van de curator bij de Peeters/Gatzen-vordering

HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:201 (Dekker q.q. / Notarissen)

Indien de faillissementscurator een Peeters/Gatzen-vordering instelt jegens een derde, zal hij voldoende feiten en omstandigheden dienen te stellen die tot de conclusie leiden dat sprake is geweest van een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers van de gefailleerde met als gevolg dat die gezamenlijke schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden zijn benadeeld. Lees meer…

Beletten van de vervulling van een voorwaarde (art. 6:23 BW) niet aan de orde bij externe oorzaken

HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:200 (Eiser/Gemeente Sittard-Geleen)

Voor het beletten van de vervulling van een voorwaarde in de zin van art. 6:23 lid 1 BW is vereist dat de niet-vervulling van de voorwaarde is veroorzaakt door toedoen van de partij die daarbij belang heeft. Indien de niet-vervulling haar oorzaak vindt in andere omstandigheden dan de gedragingen van die partij, is van beletten in de zin van art. 6:23 lid 1 BW geen sprake. Lees meer…

Enkele niet-ontvankelijkverklaring werknemer bij vordering loondoorbetaling bij ziekte onvoldoende voor proceskostenveroordeling ex art. 7:629a BW

HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:198 (werkneemster / Medline Harderberg)

De werknemer kan ter zake van een vordering tot doorbetaling van loon bij ziekte (art. 7:629 lid 1 BW) slechts in de kosten van de werkgever als bedoeld in art. 237 Rv worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht (art. 7:629a lid 6 BW). ´s Hofs oordeel – dat erop neer komt dat werkneemster is aan te merken als de in het ongelijk te stellen partij – is onvoldoende voor het aannemen van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.  Lees meer…

De invloed van schulden op draagkracht in relatie tot de waarheidsplicht van art. 21 Rv

HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:154

Indien de onderhoudsplichtige in het kader van zijn verzoek om nihilstelling van de alimentatie niet voldoet aan de verplichting van art. 21 Rv, staat het de rechter vrij daaraan de gevolgtrekkingen te verbinden die hij geraden acht. Dat op de draagkracht van een onderhoudsplichtige in beginsel alle schulden van de onderhoudsplichtige van invloed zijn, doet hieraan niet af. Lees meer…

Hangmat-arrest geldt niet voor aansprakelijkheid voor dieren

HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:162 (X / Y en Delta Lloyd Schadeverzekeringen)

Antwoord op prejudiciële vragen. De regel uit het Hangmat-arrest geldt niet in de onderlinge verhouding tussen medebezitters van een dier (art. 6:179 BW), noch in de onderlinge verhouding tussen bedrijfsmatige medegebruikers van het dier (art. 6:181 BW). De benadeelde medebezitter resp. medegebruiker kan zich dus niet – ook niet voor een deel van de schade – uit hoofde van deze kwalitatieve aansprakelijkheidsgrondslagen tot zijn medebezitter(s) resp. medegebruiker(s) wenden.  Lees meer…

Gevolgen van een ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring (arrest G4/Hanzevast)

HR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:152

In het licht van het arrest G4/Hanzevast heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat het een partij, wier wederpartij een tussen hen gesloten overeenkomst ontbindt op grond van wanprestatie, niet vrijstaat de daartoe strekkende verklaring aldus te splitsen dat de ontbinding wel, doch de wanprestatie niet wordt erkend. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl