Selecteer een pagina
Bopz-zaken: eisen aan de motivering van toewijzingen; second opinion en hoorplicht

Bopz-zaken: eisen aan de motivering van toewijzingen; second opinion en hoorplicht

HR 8 maart 2013, LJN BY7925 en LJN BZ3590

In deze beide Bopz-zaken houden de beschikkingen van de rechtbank geen stand omdat de motivering van de toewijzing van een verzoek om respectievelijk een machtiging tot voortgezet verblijf en een voorlopige machtiging tekortschiet. De Hoge Raad wijst op eerdere uitspraken over de motiveringseisen bij de afwijzing van een verzoek om een second opinion en de vaststelling dat de betrokkene niet wenst te worden gehoord. Lees meer…

Oordeel over schadebeperkingsplicht schuift door naar schadestaatprocedure vanwege inhoud partijdebat

Oordeel over schadebeperkingsplicht schuift door naar schadestaatprocedure vanwege inhoud partijdebat

HR 1 maart 2013, LJN BY6755 (Greenib Car B.V./X)

In het licht van het partijdebat over het al dan niet bestaan van een schadebeperkingsplicht en het beginsel van hoor en wederhoor, moest het hof zich onthouden van een oordeel over de schadebeperkingsplicht. Dit punt kan in de schadestaatprocedure aan de orde komen. Lees meer…

Communicatie in massafaillissement en aanvang beroepstermijn art. 67 Fw

Communicatie in massafaillissement en aanvang beroepstermijn art. 67 Fw

HR 1 maart 2013, LJN BZ2765 (LBF/LBT en curatoren)

Als de gefailleerde een zeer groot aantal schuldeisers heeft kan een redelijke afwikkeling van het faillissement meebrengen dat de communicatie met de schuldeisers door de curator of de rechter-commissaris plaatsvindt op een aan de omvang van het faillissement aangepaste wijze. Onder bepaalde voorwaarden kan als zodanig gelden het plaatsen van een voor de schuldeisers bestemde mededeling van de curator of van een beschikking van de rechter-commissaris op een daartoe bestemde website. Als in een dergelijk geval een beschikking van de rechter-commissaris, of een mededeling van de curator waaruit ondubbelzinnig van een zodanige beschikking blijkt, op de website wordt geplaatst, mag – behoudens bijzondere omstandigheden – van de schuldeisers worden verwacht dat zij van deze beschikking kennis nemen en een eventueel beroep daartegen instellen binnen de in art. 67 Fw bepaalde termijn. Lees meer…

Rechter kan getuige ex art. 179 lid 2 Rv beletten te antwoorden wegens journalistieke bronbescherming

Rechter kan getuige ex art. 179 lid 2 Rv beletten te antwoorden wegens journalistieke bronbescherming

HR 1 maart 2013, LJN BY7845 (Eiser/De Limburger c.s.)

De rechter kan de in art. 179 lid 2 Rv neergelegde bevoegdheid om een getuige te beletten een vraag te beantwoorden ook aanwenden om te voorkomen dat beantwoording van die vraag het recht op journalistieke bronbescherming in gevaar brengt. ’s Hofs oordeel dat beantwoording in casu zou leiden tot onthulling van de identiteit van journalistieke bron(nen) en aldus mogelijk een “verkillend effect” zou hebben op de vrijheid van meningsuiting, is niet onjuist of onbegrijpelijk. Lees meer…

Samenloop van de schadevergoedingsactie en de terugvorderingsactie uit de Luchtvaartwet

Samenloop van de schadevergoedingsactie en de terugvorderingsactie uit de Luchtvaartwet

HR 22 februari 2012, LJN BY4126 (Chip(s)hol III B.V./N.V. Luchthaven Schiphol)

De rechter die moet oordelen over een terugvorderingsactie ex art. 55 Luchtvaartwet (oud) mag dit oordeel overlaten aan de rechter die in een reeds aanhangige procedure is gevraagd te oordelen over de vergoeding van schade wegens een opgelegd bouwverbod (art. 50 LVW (oud)). Deze rechter dient immers bij de vaststelling van de omvang van die schadevergoedingsplicht rekening te houden met de waardevermeerdering die optreedt na opheffing van het bouwverbod (HR 19 februari 2010, LJN BK4476). Lees meer…

Werkbegrip auteursrecht geharmoniseerd: dezelfde maatstaf Nederland en Europa, ook bij toegepaste kunst

Werkbegrip auteursrecht geharmoniseerd: dezelfde maatstaf Nederland en Europa, ook bij toegepaste kunst

HR 22 februari 2013, LJN BY1529 (Stokke/H3 Products)

Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het HvJEU heeft de maatstaf aldus geformuleerd dat het moet gaan om “een eigen intellectuele schepping van de auteur van het werk”. Deze maatstaf geldt evenzeer als het een gebruiksvoorwerp betreft. Aanleiding voor de veronderstelling dat zulks naar Europees recht anders zou zijn, is er niet. Lees meer…

Faillietverklaring in andere Europese lidstaat geen beletsel voor toepassing schuldsaneringsregeling

Faillietverklaring in andere Europese lidstaat geen beletsel voor toepassing schuldsaneringsregeling

HR 22 februari 2013, LJN BY8092

De enkele omstandigheid dat verzoeker in een andere Europese lidstaat persoonlijk failliet is verklaard, staat er niet aan in de weg dat nadien in Nederland ten aanzien van verzoeker de schuldsaneringsregeling van toepassing wordt verklaard. De Insolventieverordening brengt daarbij mee dat de schuldsaneringsregeling slechts van toepassing kan worden verklaard indien is voldaan aan het vereiste dat verzoeker in Nederland een vestiging bezit. Daarnaast moet de schuldsaneringsregeling een secundaire procedure zijn, die dient te leiden tot liquidatie van de goederen van verzoeker. Lees meer…

Beroep op vernietigingsgrond ter afwering van “rechtsmaatregel” verjaart niet (art. 3:51 lid 3 BW)

Beroep op vernietigingsgrond ter afwering van “rechtsmaatregel” verjaart niet (art. 3:51 lid 3 BW)

HR 8 februari 2013, LJN BY2640

Verweerders beroepen zich, ten verwere tegen de vordering van eiser, op een tussen partijen overeengekomen ontbindende voorwaarde, welk beroep moet worden aangemerkt als een “rechtsmaatregel” in de zin van art. 3:51 lid 3 BW. Het door eiser ter afwering van deze rechtsmaatregel gedane beroep op misbruik van omstandigheden kan volgens art. 3:51 lid 3 BW te allen tijde worden gedaan, zodat het beroep van verweerders op verjaring faalt. Lees meer…

Bewindvoerder niet-ontvankelijk in hoger beroep tegen beslissing ex art. 350 Fw na verlies van hoedanigheid

Bewindvoerder niet-ontvankelijk in hoger beroep tegen beslissing ex art. 350 Fw na verlies van hoedanigheid

HR 15 februari 2013, LJN BY7632

Art. 351 lid 1 Fw kent het recht op hoger beroep tegen het in art. 350 Fw bedoelde vonnis uitsluitend toe aan de schuldenaar, in geval van beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling, en aan hem “die het verzoek tot beëindiging heeft gedaan”, ingeval die beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling geweigerd is. Aan belanghebbenden is het recht van hoger beroep niet toegekend. Verweerster valt, nu zij het inleidend verzoek in haar hoedanigheid van bewindvoerder heeft gedaan en zij ten tijde van het instellen van het hoger beroep die hoedanigheid niet meer had, niet aan te merken als degene “die het verzoek tot beëindiging heeft gedaan” in de zin van art. 351 lid 1 Fw. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl