Selecteer een pagina
Kind van de (ver)rekening?

Kind van de (ver)rekening?

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU3777

Het uitzonderingskarakter van art. 6:130 lid 1 BW brengt mee dat een beroep op verrekening jegens een cessionaris slechts kan worden aanvaard als de tegenvordering van de schuldenaar voldoende nauw samenhangt met de gecedeerde vordering. De enkele omstandigheid dat vordering en tegenvordering in hetzelfde document zijn geregeld, brengt niet noodzakelijk mee dat zij uit dezelfde rechtsverhouding voortvloeien. Lees meer…

Redelijkheid is grond voor bijzondere (forfaitaire) vergoeding aan uittredende aandeelhouder

Redelijkheid is grond voor bijzondere (forfaitaire) vergoeding aan uittredende aandeelhouder

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU4970

Een redelijke wetstoepassing van art. 2:343 BW brengt mee dat de rechter bij de waardebepaling van de over te nemen aandelen een forfaitaire vergoeding kan opnemen ter hoogte van de wettelijke rente, strekkende tot compensatie van het nadeel dat de uittredende aandeelhouder lijdt bij overdracht van aandelen voorafgaand aan de definitieve vaststelling van de waarde daarvan, door een verschil tussen die waarde en het bij wijze van voorschot betaalde bedrag. De omstandigheid dat geen wettelijke rente is gevorderd, behoefde de Ondernemingskamer niet te weerhouden van toekenning van die vergoeding. Omdat de koopsom pas opeisbaar wordt twee weken nadat de onherroepelijke uitspraak waarbij deze is vastgesteld is betekend, kan deze uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Lees meer…

Hoge Raad bevestigt in-beginsel-recht op pleidooi in appèl

Hoge Raad bevestigt in-beginsel-recht op pleidooi in appèl

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU8513 (Weef c.s./Banque Artesia) en ECLI:NL:HR:2012:BU7254 (V./Verster q.q.)

Bij de beoordeling van een door de wederpartij gemaakt bezwaar tegen een verzoek om pleidooi, of van wat de eisen van een goede procesorde verlangen, kan van belang zijn of de procedure bij toewijzing van dat verzoek onredelijk wordt vertraagd. De rechter dient daartoe de procedure in haar geheel te bezien. In dat verband is onder meer van belang of partijen, in eerste instantie dan wel in hoger beroep, hun standpunten al mondeling hebben uiteengezet. Als de partij die pleidooi in appèl verzoekt dat noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep heeft gedaan, moet het pleidooiverzoek in beginsel zonder meer worden toegewezen en dient de motivering van een afwijzing van het verzoek aan nog hogere eisen te voldoen dan zonder deze bijzonderheid het geval zou zijn. Lees meer…

Gerechtelijke omzwervingen door schending verbod van terugverwijzing

Gerechtelijke omzwervingen door schending verbod van terugverwijzing

HR 27 januari 2012, LJN ECLI:NL:HR:2012:BU6510

De rechter naar wie het geding door de Hoge Raad is verwezen, dient het geding zelf verder te behandelen en af te doen zonder dit weer te verwijzen. Dit is slechts anders indien de Hoge Raad bij zijn verwijzing met zoveel woorden de mogelijkheid tot verdere verwijzing heeft geopend. Omdat de Hoge Raad dat in dit geval in de eerste cassatieprocedure niet had gedaan, had het Amsterdamse hof het geding niet mogen terugverwijzen naar de rechtbank Rotterdam. Lees meer…

Griffierecht en het recht op toegang tot de rechter

Griffierecht en het recht op toegang tot de rechter

HR 27 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2020 (Atrecht Holding/Rabobank Noord Oost Veluwe)

De heffing van griffierechten is weliswaar te beschouwen als een beperking van het recht op toegang tot de rechter, maar die beperking is niet onverenigbaar met art. 6 EVRM zolang het recht op toegang tot de rechter niet in zijn kern wordt aangetast. In dit geval is niet gebleken dat verzoekster tot cassatie (die door rechtbank en hof failliet is verklaard) niet in staat is het verschuldigde griffierecht te voldoen. Lees meer…

BOPZ: de geneesheer-directeur moet psychiater zijn

BOPZ: de geneesheer-directeur moet psychiater zijn

HR 27 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2026 en ECLI:NL:HR:2012:BV2028

Voor iemand die al vrijwillig in een inrichting verblijft, kan de geneesheer-directeur, indien hij niet tevoren bij de behandeling was betrokken, een geneeskundige verklaring afgeven, die de grondslag kan vormen voor gedwongen voortzetting van dat verblijf. De geneesheer-directeur moet in dat geval wel de bevoegdheid hebben de titel van psychiater of zenuwarts te voeren. Lees meer…

Het onderscheid tussen taak en bevoegdheid

Het onderscheid tussen taak en bevoegdheid

HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5613 (Botica Sante Anna N.V/Uitvoeringsorgaan AZV)

De overheid handelt steeds ter uitvoering van haar publieke taak, ook indien zij rechtshandelingen naar burgerlijk recht verricht. Het feit dat sprake is van de uitvoering van een publieke taak, betekent niet dat geen sprake is van een rechtshandeling naar burgerlijk recht. Van een publiekrechtelijke bevoegdheid, waarvan de uitoefening een beschikking oplevert in de zin van de Landsverordening administratieve rechtspraak (LAR), is geen sprake. Lees meer…

Bloesemtherapie en het toepasselijke recht bij nietigheidsacties

Bloesemtherapie en het toepasselijke recht bij nietigheidsacties

HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU7244 (Bach Flower Remedies ltd./Healing Herbs ltd.)

Voor de beoordeling van het onderscheidend vermogen van een ingeschreven merk moet de feitelijke situatie ten tijde van het depot in aanmerking worden genomen, maar met toepassing van het recht dat geldt op het moment van beoordeling. Verder kunnen niet alleen woordmerken, maar ook beeldmerken vervallen wanneer zij ieder onderscheidend vermogen hebben verloren. Lees meer…

De gevolgen van nauwe samenhang tussen twee overeenkomsten tussen verschillende partijen

De gevolgen van nauwe samenhang tussen twee overeenkomsten tussen verschillende partijen

HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3162 (Agfaphoto Finance N.V./Foto Noort)

Het oordeel van het hof dat het tekortschieten door de huurverkoper onder een huurkoopovereenkomst de ontbinding van een met deze overeenkomst samenhangende financieringsovereenkomst rechtvaardigt, is juist en niet onbegrijpelijk. Daaraan doet niet af dat ontbinding van de huurkoopovereenkomst niet uitdrukkelijk is gevorderd. De nauwe verbondenheid tussen beide overeenkomsten brengt echter geen schadeplichtigheid van de financieringsmaatschappij mee wegens tekortschieten van de huurverkoper onder de huurkoopovereenkomst. Lees meer…

Akte levert geen dwingende bewijskracht op jegens derde-begunstigden

Akte levert geen dwingende bewijskracht op jegens derde-begunstigden

HR 20 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU3100

Een akte van levering levert geen dwingende bewijskracht op tegen een in die akte genoemde derde-begunstigde en dus ook niet tussen twee in de akte genoemde derde-begunstigden onderling. De inhoud en strekking van art. 157 Rv en de eisen van het rechtsverkeer brengen mee dat een akte slechts dwingend bewijs oplevert ten behoeve van de wederpartij en haar rechtsverkrijgenden, dat wil zeggen degene die in de akte als zodanig is aangewezen of degene te wiens behoeve de ondertekenaar van de akte zich blijkens de tekst daarvan heeft verbonden. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl