Bijeenkomst VCCA over introductie civiele cassatiebalie

Bijeenkomst VCCA over introductie civiele cassatiebalie

Op vrijdag 28 oktober 2011 vond in Amsterdam de tweede bijeenkomst plaats van de Vereniging Civiele Cassatie Advocaten (VCCA). In verband met de naderende opheffing van het “Haagse monopolie” op de hoedanigheid van advocaat bij de Hoge Raad en de introductie van een gespecialiseerde cassatiebalie, werd door zo’n zeventig (cassatie)advocaten met elkaar gesproken over de Verordening vakbekwaamheidseisen civiele cassatieadvocatuur van de Nederlandse Orde van Advocaten. Lees meer…

Hoge Raad gaat om: kosten vrijwaringsprocedure niet meer doorgeschoven naar hoofdzaak

Hoge Raad gaat om: kosten vrijwaringsprocedure niet meer doorgeschoven naar hoofdzaak

HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6079 (X/ZLTO) en
HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6080 (ZLTO/Interpolis).

De verliezende eiser in de hoofdzaak kan niet worden veroordeeld in de kosten die de gedaagde in de hoofdzaak als eiser in de vrijwaringszaak heeft gemaakt: noch in diens eigen kosten, noch in de proceskosten waarin de eiser in de vrijwaringszaak is veroordeeld. Lees meer…

Strafrechtelijke ontruiming kraakpand pas na kort geding

Strafrechtelijke ontruiming kraakpand pas na kort geding

HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9880 (Staat/X c.s.)

De strafrechtelijke ontruiming van een kraakpand (art. 551a Sv) is in beginsel pas mogelijk nadat de krakers de ontruiming in kort geding hebben kunnen voorleggen aan de voorzieningenrechter. De wetgever heeft in art. 138a Sr in abstracto aan het belang van de openbare orde, het beëindigen van strafbare feiten en de bescherming van de rechten van de eigenaar voorrang toegekend boven het huisrecht van krakers. De voorzieningenrechter dient te onderzoeken of die voorrang in het concrete geval de proportionaliteitstoets kan doorstaan. Lees meer…

Opzegging duurovereenkomst met nutsbedrijf vereiste geen zwaarwegende grond

Opzegging duurovereenkomst met nutsbedrijf vereiste geen zwaarwegende grond

HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854 (Gemeente De Ronde Venen/SNU en Stedin)

Als wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling voor opzegging, dan is een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd in beginsel opzegbaar. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien daarvoor een voldoende zwaarwegende grond bestaat. Het hof heeft in dit geval ten onrechte aangenomen dat de gemeente een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging nodig had, enkel omdat voor de overeenkomst een voor het nutsbedrijf ongunstiger (publiekrechtelijke) regeling in de plaats trad. Lees meer…

Schending hoor en wederhoor door onjuiste adressering van brieven aan verweerder

Schending hoor en wederhoor door onjuiste adressering van brieven aan verweerder

HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR3086

De griffie van het hof verzond de brieven, bestemd voor de verweerder in een verzoekschriftprocedure, aan een onjuist adres. Nu verweerder geen verweerschrift heeft ingediend en ook niet ter mondelinge behandeling is verschenen, is de beschikking van het hof tot stand gekomen met schending van het beginsel van hoor en wederhoor. Lees meer…

Geen benoeming arbiters als zonder meer duidelijk is dat arbitrageovereenkomst ontbreekt

Geen benoeming arbiters als zonder meer duidelijk is dat arbitrageovereenkomst ontbreekt

HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8777

De rechter kan een verzoek tot benoeming van arbiters (art. 1027 lid 3 Rv) afwijzen als direct en zonder nader onderzoek kan worden vastgesteld dat een overeenkomst tot arbitrage ontbreekt. Als de rechter het verzoek tot benoeming van arbiters afwijst, is het rechtsmiddelenverbod van art. 1070 Rv niet van toepassing. Lees meer…

Voeging als benadeelde partij in Belgische strafzaak geldt als eis in hoofdzaak

Voeging als benadeelde partij in Belgische strafzaak geldt als eis in hoofdzaak

HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ8780

Na het leggen van conservatoir beslag moet, op straffe van verval van het beslag, binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn van ten minste acht dagen een eis in de hoofdzaak worden ingesteld (art. 700 lid 3 Rv). Als eis in de hoofdzaak kan ook worden aangemerkt de voeging als benadeelde in een Belgische strafzaak. Lees meer…

Alleen bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid verkoper nagenoeg nieuwe auto na onderzoek autopapieren

Alleen bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid verkoper nagenoeg nieuwe auto na onderzoek autopapieren

HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR3057 (DFM/Mobiel Lease)

Ook wanneer een nagenoeg nieuwe auto wordt verkregen van een merkdealer, wordt de koper slechts beschermd tegen beschikkingsonbevoegdheid van de verkoper op grond van artikel 3:86 lid 1 en 2 BW, indien deze de autopapieren, waaronder kentekenbewijs deel II, heeft onderzocht. Daaraan doet niet af dat kentekenbewijs deel IB op naam stond van verkoper en dat de RDW, op verzoek van koper, heeft bevestigd dat verkoper eigenaar is van de auto. Lees meer…

Geen niet-ontvankelijkheid cassatieberoep bij te late afboeking griffierecht door griffier

Geen niet-ontvankelijkheid cassatieberoep bij te late afboeking griffierecht door griffier

HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011BS1687 (PPC/Aqualectra)

Niet-tijdige boeking van het griffierecht in de rekening-courant tussen de griffier van de Hoge Raad en het kantoor van de cassatieadvocaat die aan de griffier van de Hoge Raad valt toe te rekenen, leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van de verzoeker tot cassatie. Lees meer…

Ouder behoudt procesbelang bij toetsing rechtmatigheid uithuisplaatsing na verstrijken maatregel

Ouder behoudt procesbelang bij toetsing rechtmatigheid uithuisplaatsing na verstrijken maatregel

HR 14 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5151 (X./Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant)

Een ouder die opkomt tegen een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarig kind (art. 1:261 lid 1 BW) behoudt een rechtens relevant belang om de rechtmatigheid daarvan te laten toetsen. Een machtiging tot uithuisplaatsing bij de met het gezag belaste ouder bij wie de minderjarige niet zijn hoofdverblijf heeft, is niet in strijd met het recht. Lees meer…

Archief

Cassatieblog.nl