Cassatievlog #111 | Taak rechter in hoger beroep bij vervallen spoedeisend belang
Hoge Raad 25 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1541
Als in een kort geding op het moment van de beslissing in hoger beroep geen spoedeisend belang bestaat, wijst het hof de vordering af. Maar dat betekent niet per se dat het vonnis in eerste aanleg niet juist was. Dat kan van belang zijn omdat in de periode tussen het vonnis in eerste aanleg en de beslissing in hoger beroep dwangsommen zijn verbeurd (op grond van het vonnis in eerste aanleg). Hoe moet de rechter in hoger beroep hiermee omgaan – en, vooral, wat moet hij in zo’n geval ambtshalve beoordelen? Maartje Möhring bespreekt in drie minuten de uitspraak van de Hoge Raad hierover.
Cassatievlog #111 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister hier de podcast of via uw favoriete podcastkanaal.
Reikwijdte art. 10:8 BW
HR 18 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1474
Als een internationale of Unierechtelijke regeling van toepassing is, kan de rechter art. 10:8 BW slechts toepassen voor zover dat in het concrete geval daarmee verenigbaar is. De rechter moet daartoe eerst onderzoeken of een dergelijke internationale of Unierechtelijke regeling van toepassing is.
Het onverwijld verstrekken van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling
HR 18 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1476
Een partij die verzoekt om afgifte van een proces-verbaal omdat zij overweegt een rechtsmiddel in te stellen, heeft bij het opmaken van het proces-verbaal belang. Die partij heeft er ook recht op dat het proces-verbaal zo spoedig mogelijk moet worden verstrekt, en aan zo’n verzoek moet dan ook onverwijld worden voldaan. Lees meer…
Cassatievlog #110 | Partij die rechtsmiddel overweegt, heeft recht op onverwijlde afgifte van p-v
Hoge Raad 18 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1476
Een procespartij die overweegt een rechtsmiddel in te stellen, heeft belang bij, en recht op, het proces-verbaal van de mondelinge behandeling. Aan een daartoe strekkend verzoek van die partij dient dan ook onverwijld te worden voldaan. Dat heeft de Hoge Raad afgelopen vrijdag geoordeeld. Berend-Bram Heinen, cassatieadvocaat bij Pels Rijcken, bespreekt deze uitspraak.
Cassatievlog #109 is ook in podcast vorm beschikbaar. Beluister de podcast hier.
Verjaringstermijn voor een individuele vordering tot schadevergoeding aansluitend op een collectieve actie
HR 27 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1311 (Groeivermogen N.V. / verweerder)
Welke verjaringstermijn geldt voor een individuele vordering tot schadevergoeding aansluitend op een in een collectieve actie toegewezen verklaring voor recht? De Hoge Raad oordeelt dat, overeenkomstig de hoofderegel van art. 3:319 lid 1 BW, vanaf de dag na het in kracht van gewijsde gaan van de toewijzende uitspraak in de collectieve actie een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen voor de vorderingen van individuele belanghebbenden die op de collectieve actie aansluiten, die gelijk is aan de oorspronkelijke verjaringstermijn, maar niet langer dan vijf jaar. Lees meer…
Xella-norm soms eerder van toepassing dan 20 juli 2018
HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1309
De Xella-norm over een transitievergoeding bij slapende dienstverbanden kan ook van toepassing zijn op een voor 20 juli 2018 gedaan verzoek als de werkgever daarop op die datum nog (nader) diende te beslissen. Lees meer…
Vrijheid rechter bij matigingsoordeel
HR 4 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1384
De Hoge Raad oordeelt over de rechterlijke bevoegdheid van art. 6:109 BW om een schadevergoeding te matigen. Uitgangspunt is dat de feitenrechter vrijheid toekomt bij toepassing daarvan. Ook is hij niet verplicht eerst de volledige omvang van de schade vast te stellen. Verder staat een hoge mate van schuld aan matiging niet in de weg. De Hoge Raad benadrukt wel dat matiging tot terughoudendheid noopt en dat de rechter matiging behoorlijk moet motiveren. Lees meer…
Rolperikelen en het passeren van een verzoek om een mondelinge behandeling
HR 11 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1434
Uit het enkele instemmen met, of niet protesteren tegen een aanhouding in verband met een minnelijke oplossing, valt geen verzoek tot het wijzen van arrest af te leiden. Een verzoek om een mondelinge behandeling mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden afgewezen. Lees meer…
Een erfgenaam is geen belanghebbende bij ouderschapsactie
HR 4 oktober 2024 ECLI:NL:HR:2024:1370
De kring van personen die geacht kunnen worden rechtstreeks bij de vaststelling van het ouderschap te zijn betrokken, beperkt zich tot de moeder, het kind en degene van wie verzocht wordt het ouderschap vast te stellen; buiten deze kring vallende personen zijn niet aan te merken als belanghebbenden in de zin van art. 798 lid 1 Rv. Lees meer…
Richtlijnconforme uitleg van het begrip ‘loon’ (art. 8 Waadi)
HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1303
Richtlijnconforme uitleg van het begrip ‘loon’ uit art. 8 lid 1 Waadi. Het gaat om alle huidige of toekomstige voordelen in geld of natura, die door de werkgever aan de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking worden toegekend. Hieronder vallen ook bonussen of resultaatsvergoedingen. Lees meer…